https://dewakkereburger.be/ Participatie & Democratie │ De Wakkere Burger Fri, 12 Apr 2024 07:05:17 +0000 nl-BE hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.4.4 https://dewakkereburger.be/wp-content/uploads/2021/02/cropped-lo7M65Uc_400x400-32x32.jpg https://dewakkereburger.be/ 32 32 16- en 17-jarigen: nieuwe stemmers https://dewakkereburger.be/2024/04/12/16-en-17-jarigen-nieuwe-stemmers/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=16-en-17-jarigen-nieuwe-stemmers https://dewakkereburger.be/2024/04/12/16-en-17-jarigen-nieuwe-stemmers/#respond Fri, 12 Apr 2024 07:04:11 +0000 https://dewakkereburger.be/?p=6153 Op zondag 9 juni 2024 mogen voor het eerst ook 16- en 17-jarigen deelnemen aan de Europese verkiezingen. Meer nog, deze jongeren zijn verplicht om zich op verkiezingsdag aan een stemlokaal aan te melden. Deze verruiming van stemrecht naar opkomstplicht voor jongeren vanaf 16 jaar kwam er na een recente uitspraak van het Grondwettelijk Hof. […]

Het bericht 16- en 17-jarigen: nieuwe stemmers verscheen eerst op .

]]>

Op zondag 9 juni 2024 mogen voor het eerst ook 16- en 17-jarigen deelnemen aan de Europese verkiezingen. Meer nog, deze jongeren zijn verplicht om zich op verkiezingsdag aan een stemlokaal aan te melden. Deze verruiming van stemrecht naar opkomstplicht voor jongeren vanaf 16 jaar kwam er na een recente uitspraak van het Grondwettelijk Hof. Hoe zit het nu? 

Ruim twee jaar geleden besliste de federale overheid om jongeren vanaf 16 jaar de kans te geven om te gaan stemmen. Dat gebeurde na een Europese resolutie. België werd toen het vierde land in Europa dat het stemrecht uitbreidde.

De eerste versie van deze nieuwe kieswet voorzag een voorafgaande inschrijving op de kiezerslijst voor geïnteresseerde jonge kiezers. Het Grondwettelijk Hof oordeelde dat zo’n verplichte registratie een ongrondwettelijke extra drempel zou betekenen voor jonge kiezers en vernietigde deze regeling. Eind 2023 paste het Belgische parlement de kieswet aan: Belgische 16- en 17-jarigen zouden automatisch worden opgenomen op de kiezerslijst, maar voor hen zou wel alleen stemrecht gelden en geen stemplicht. Ook deze ongelijke behandeling van minder- en meerderjarige kiezers vond het Grondwettelijk Hof niet aanvaardbaar. Gevolg van dit nieuwe arrest: de opkomstplicht is nu ook van toepassing voor stemgerechtigde jongeren van 16 of 17 jaar. 

Concreet betekent dit: 

– Jongeren van 16 en 17 jaar moeten deelnemen aan de Europese verkiezingen op 9 juni. 

– Zij ontvangen automatisch een oproepingsbrief in de bus.

– Zij gaan op 9 juni met die oproepingsbrief en identiteitskaart net als andere kiezers verplicht naar het stemhokje. 

– Zij kunnen uitsluitend een stem uitbrengen voor het Europese Parlement.

– Belangrijk: Jongeren van 16 en 17 jaar hebben dus opkomstplicht. Dit betekent: Zij moeten zich dus aanbieden aan het stembureau, maar ze hoeven niet voor een of andere partij te stemmen. Een blanco stem kan ook (die wordt gewoon niet meegeteld). 

Het bericht 16- en 17-jarigen: nieuwe stemmers verscheen eerst op .

]]>
https://dewakkereburger.be/2024/04/12/16-en-17-jarigen-nieuwe-stemmers/feed/ 0
Vacature Tijdelijke Campagnemedewerker https://dewakkereburger.be/2024/03/29/vacature-tijdelijke-campagnemedewerker/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=vacature-tijdelijke-campagnemedewerker Fri, 29 Mar 2024 12:59:52 +0000 https://dewakkereburger.be/?p=6140 De Wakkere Burger vzw werft aan TIJDELIJKE CAMPAGNEMEDEWERKER (m/v/x) ‘IK STEM OOK’ (80% VTE) De Wakkere Burger vzw is een onafhankelijke sociaal-culturele organisatie actief rond inspraak en burgerparticipatie.  Samen met LEVL en ORBIT vzw organiseren wij in 2024 een campagne “IK STEM OOK” die niet-Belgen (EU en niet-EU) wil mobiliseren om zich in te schrijven […]

Het bericht Vacature Tijdelijke Campagnemedewerker verscheen eerst op .

]]>

De Wakkere Burger vzw werft aan TIJDELIJKE CAMPAGNEMEDEWERKER (m/v/x) ‘IK STEM OOK’ (80% VTE)

De Wakkere Burger vzw is een onafhankelijke sociaal-culturele organisatie actief rond inspraak en burgerparticipatie.  Samen met LEVL en ORBIT vzw organiseren wij in 2024 een campagne “IK STEM OOK” die niet-Belgen (EU en niet-EU) wil mobiliseren om zich in te schrijven als kiezer bij de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 2024 in Vlaanderen. Het project geniet de steun van de Vlaamse Minister van Binnenlands Bestuur. Meer info via www.ikstemook.be. 

Wat vragen wij van jou?

  • Je kan je akkoord verklaren met de missie, waarden en doelstellingen van De Wakkere Burger vzw en de doelstelling van de campagne.
  • Je hebt een kennis van zaken over en interesse in de politieke rechten van mensen met een migratiegeschiedenis.
  • Je weet hoe je lokale actoren kan mobiliseren voor een campagne 
  • Je beschikt over vaardigheden om constructief in overleg te gaan met lokale actoren en besturen. 
  • Je beschikt over goede communicatievaardigheden.

Wat zijn je taken?

  • Je inspireert, documenteert, ondersteunt en begeleidt actoren om lokaal en creatief samen te werken aan de campagne Ik Stem Ook.
  • Je zorgt dat de boodschap van de campagne ter beschikking is langs digitale en andere dragers.
  • Je werkt samen met de medewerkers van LEVL en ORBIT vzw om lokale vormingssessies rond de campagne te organiseren. 

Wat hebben wij jou te bieden?

  • Een 80% tewerkstelling van bepaalde duur (zes maanden) voor snelle indiensttreding.
  • Een verloning naar loonschaal B1B Paritair Comité 329.
  • Een vergoeding woon-werkverkeer, gratis treinabonnement en eindejaarspremie. 
  • Een mogelijkheid tot telewerk.
  • Glijdende werkuren en een compensatie voor avond – en weekendwerk.

De Wakkere Burger vzw werft aan op basis van competenties en talenten, ongeacht leeftijd, geslacht, gender, origine, geaardheid of handicap.

Geïnteresseerd of meer info? Mail naar [email protected]

Stuur je gemotiveerde sollicitatiebrief met curriculum vitae ten laatste op 21 april 2024 naar: [email protected]

Het bericht Vacature Tijdelijke Campagnemedewerker verscheen eerst op .

]]>
Recht op vrije mening en betogen beknot? https://dewakkereburger.be/2024/02/29/recht-op-vrije-mening-en-betogen-beknot/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=recht-op-vrije-mening-en-betogen-beknot Thu, 29 Feb 2024 06:48:52 +0000 https://dewakkereburger.be/?p=6127 In het federale parlement is op 22 februari 2024 een nieuw Strafwetboek goedgekeurd. Voor het eerst sinds 1867 beschikt ons land over een volledig vernieuwd strafrecht. Op zich een goede zaak was het niet dat het vernieuwde strafwetboek ook een artikel bevat dat bepaalde vormen van burgeractivisme zou kunnen bestraffen. Een vervolg op het verhaal […]

Het bericht Recht op vrije mening en betogen beknot? verscheen eerst op .

]]>

In het federale parlement is op 22 februari 2024 een nieuw Strafwetboek goedgekeurd. Voor het eerst sinds 1867 beschikt ons land over een volledig vernieuwd strafrecht. Op zich een goede zaak was het niet dat het vernieuwde strafwetboek ook een artikel bevat dat bepaalde vormen van burgeractivisme zou kunnen bestraffen. Een vervolg op het verhaal van het mislukte ‘betogingsverbod’ dat een tijd geleden in de politieke lucht hing. 

Een coalitie van middenveldorganisaties die zich inzetten voor democratie en burgerrechten is diep bezorgd over dat artikel 548 over de ‘kwaadwillige aantasting van het overheidsgezag’: “Kwaadwillige aantasting van het overheidsgezag is het met kwaad opzet en in het openbaar aantasten van de bindende kracht van de wet of van de rechten of het gezag van de grondwettelijke instellingen en dit door het rechtstreeks aanzetten om een wet niet na te komen waardoor er een ernstige en reële bedreiging van de nationale veiligheid, de openbare volksgezondheid of de goede zeden is. (…)”

De organisaties vrezen, net als het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens [1], een uitholling van de vrijheid van meningsuiting. De vage formulering en het brede toepassingsgebied van deze nieuwe regel kunnen negatieve gevolgen hebben voor bv. het recht om te demonstreren, de organisatie van klimaatacties… Ook vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid komen in het vizier. Ondanks uitspraken van de regering dat kritiek op het beleid en vreedzaam protest mogelijk blijven, zijn deze middenveldorganisatie beducht voor een mogelijke criminalisering van activisten, maatschappelijke organisaties, vakbonden…  

Ook De Wakkere Burger, die actief en kritisch burgerschap hoog in het vaandel draagt, deelt deze bezorgdheden. Vrije meningsuiting is een noodzakelijke onderdeel van onze democratische rechtstaat. Dit soort burgerrechten zijn dus de norm, inperking de uitzondering. We moeten dus blijvend waakzaam zijn voor een sluipende uitholling van ons recht op kritiek en protest.

Het bericht Recht op vrije mening en betogen beknot? verscheen eerst op .

]]>
Nieuwe kiezers bij de EU-verkiezingen https://dewakkereburger.be/2024/01/26/nieuwe-kiezers-bij-de-eu-verkiezingen/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=nieuwe-kiezers-bij-de-eu-verkiezingen Fri, 26 Jan 2024 16:09:51 +0000 https://dewakkereburger.be/?p=6118 In juni vinden ook Europese verkiezingen plaats. Er is heel wat veranderd: zo moeten jongeren vanaf 16 jaar nu ook bij deze verkiezingen al hun stem uitbrengen. En ook niet-Belgische EU-burgers mogen stemmen, indien zij zich inschrijven. We zetten het allemaal  voor u op een rijtje.  Op zondag 9 juni verkiezen we niet alleen nieuwe […]

Het bericht Nieuwe kiezers bij de EU-verkiezingen verscheen eerst op .

]]>

In juni vinden ook Europese verkiezingen plaats. Er is heel wat veranderd: zo moeten jongeren vanaf 16 jaar nu ook bij deze verkiezingen al hun stem uitbrengen. En ook niet-Belgische EU-burgers mogen stemmen, indien zij zich inschrijven. We zetten het allemaal  voor u op een rijtje. 

Op zondag 9 juni verkiezen we niet alleen nieuwe binnenlandse volksvertegenwoordigers, maar ook een nieuw Europees Parlement. Ook EU-burgers (vanaf 16 jaar) die in België wonen hebben het recht om te stemmen voor dit Europees Parlement. Zij moeten zich eerst wel laten inschrijven op de kiezerslijst van de gemeente (hun hoofdverblijfplaats). Die inschrijving moet ten laatste gebeuren op  31 maart 2024. 

Men kan zich registreren bij de gemeentediensten van zijn woonplaats of het document downloaden, invullen en bezorgen of opsturen naar het gemeentebestuur. Nog eenvoudiger: sinds deze verkiezing is ook online registratie mogelijk via www.inschrijving.verkiezingen.fgov.be. 

Opgelet: eenmaal ingeschreven de kiezerslijst is goedgekeurd, zijn deze nieuwe kiezers verplicht om op 9 juni 2024 naar de stembus te gaan. Voor parlementsverkiezingen bestaat nog steeds de opkomstplicht in België. Deze kiezers kunnen uiteraard niet meer stemmen in hun land van herkomst. Wie zich eerder al registreerde, en zich ondertussen niet opnieuw uitschreef, moet niet doen. Deze registratie als kiezer blijft geldig.

Ter info: EU-burgers kunnen niet alleen stemmen, ze kunnen zich ook verkiesbaar stellen bij de Europese verkiezingen.

Alle aanvullende info vind je via https://europeanelections.belgium.be/node/111298

16+ers naar de stembus

Ook Belgische 16- en 17-jarigen moeten vanaf nu deelnemen aan de Europese verkiezingen. Deze verruiming van het stemrecht sloot aan bij een resolutie van het Europees Parlement uit 2015 om tot een geharmoniseerde minimumleeftijd te komen in de EU voor kiezers van 16 jaar. 

Aanvankelijk voorzag de nieuwe kieswet ook een registratieprocedure voor deze jonge kiezers. Tot iemand klacht indiende bij het Grondwettelijk Hof tegen deze uitbreiding van het stemrecht naar 16- en 17-jarigen. Het Hof zag geen graten in het feit dat de wetgever vanuit een streven naar democratische vernieuwing ook jongeren stemrecht toekent, maar oordeelde dat een voorafgaande registratieplicht ongrondwettelijk was en vernietigde deze regeling in juli 2023. De aanvankelijke klacht kreeg zo dus een omgekeerd effect.

Eind december 2023 keurde de Kamer een alternatieve regeling goed. Jonge Belgen zouden zich niet langer moeten inschrijven voor de verkiezing van het Europees Parlement. 

Het Grondwettelijk Hof heeft nu besloten dat jongeren van 16 en 17 jaar bij de Europese verkiezingen wel degelijk moeten gaan stemmen. Hof vond de aparte behandeling van jonge kiezers niet aanvaardbaar en schorste deze regeling.

Zestien- en zeventien-jarigen moeten dus naar de stembus op 9 juni.

Het bericht Nieuwe kiezers bij de EU-verkiezingen verscheen eerst op .

]]>
Vijf tips voor de adviesraad van de toekomst https://dewakkereburger.be/2024/01/23/vijf-tips-voor-de-adviesraad-van-de-toekomst/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=vijf-tips-voor-de-adviesraad-van-de-toekomst Tue, 23 Jan 2024 11:25:58 +0000 https://dewakkereburger.be/?p=6111 In de jaren 1960 stond ons politieke systeem bekend als een zuivere representatieve democratie, maar onder invloed van maatschappelijke veranderingen en nieuwe thema’s ontstond er in de jaren ’60 en ’70 een roep om meer inspraak en participatie. In reactie hierop werden adviesraden opgericht, zoals de eerste ‘culturele raad’ in Dendermonde in 1965.Dit artikel onderzoekt […]

Het bericht Vijf tips voor de adviesraad van de toekomst verscheen eerst op .

]]>
In de jaren 1960 stond ons politieke systeem bekend als een zuivere representatieve democratie, maar onder invloed van maatschappelijke veranderingen en nieuwe thema’s ontstond er in de jaren ’60 en ’70 een roep om meer inspraak en participatie. In reactie hierop werden adviesraden opgericht, zoals de eerste ‘culturele raad’ in Dendermonde in 1965.Dit artikel onderzoekt de evolutie van adviesraden en stelt vijf bouwstenen voor een moderne aanpak voor.
 

Tot in de jaren 1960 was ons politieke systeem vooral een zuivere representatieve democratie: de burger verkoos zijn bestuurders, maar had tussen de verkiezingen in maar weinig in de pap te brokken. Er bestonden amper participatiekanalen. Die zuivere hiërarchische logica kwam in de jaren ‘60- ‘70 meer en meer onder druk te staan. Onder meer door het stijgende opleidingsniveau stelden burgers zich kritischer en autonomer op. Nieuwe thema’s zoals milieu, burgerrechten en emancipatie kwamen meer op de voorgrond. Er weerklonk een duidelijke roep om meer inspraak en democratie. 

April 1965. Tijdens een studieweekend van de Stichting-Lodewijk De Raet boog een werkgroep zich over een nieuwe aanpak om het gemeentelijke cultuurbeleid te dynamiseren: een pluralistisch samengesteld adviesorgaan, bestaande uit de voortrekkers van het lokale culturele leven. Op die manier hebben een aantal enthousiaste vrijwilligers in Dendermonde een eerste ‘culturele raad’ opgericht. 

Later kreeg deze eerste culturele adviesraad navolging. Ook binnen andere beleidsdomeinen. Tegen de jaren 1980-90 ontwikkelde zich op gemeentelijk vlak een advieslandschap met jeugd-, sport-, milieu- en nog heel wat andere adviesraden.  

Maar deze raden kregen al snel kritiek: ze functioneerden te weinig als kanalen voor beleidsadvies en inspraak. Ook vandaag focussen veel adviesraden nog te weinig op deze adviesopdracht: onderbouwde voorstellen formuleren bij nieuwe plannen van het lokale bestuur voor een inhoudelijk sterker en breder gedragen beleid en dienstverlening. Vaak is er bij de leden meer interesse om activiteiten en evenementen te organiseren, om samenwerking en uitwisseling tussen de aangesloten verenigingen te versterken… dan om beleidsadviezen te formuleren.

Een denkoefening over een meer dynamische werking moet de kritieken, de bestuurlijke en maatschappelijke evoluties, maar ook het potentieel van de raden mee in rekening brengen. Op basis van deze elementen, samen met een aantal vernieuwende goede praktijkvoorbeelden in een aantal steden en gemeenten, formuleert De Wakkere Burger vijf bouwstenen voor moderne gemeentelijke adviesorganen.     

1. Kerngroep als spil 

Uit de gemotiveerde en ervaren voortrekkers, waar nodig aangevuld met ‘ontbrekende profielen’, stellen we best een kerngroep of coördinatieorgaan samen. Misschien vergelijkbaar met wat vandaag het ‘bestuur’ of ‘dagelijks bestuur’ zou heten. Deze kerngroep moet allereerst de coördinatie verzorgen tussen de verschillende organen, werkgroepen en initiatieven binnen de adviesraad. Verder kunnen ze een rol spelen in het mee voeden van de vergaderagenda door actief vraagstukken op te sporen die leven binnen het specifieke beleidsdomein van de raad.  

Bovendien kunnen deze ervaren kernleden ook een belangrijke rol spelen bij beleidsadvies. Zekunnen zowel terug- als vooruitblikken op het lokale beleid. Zij hebben een zeker overzicht over hun beleidsdomein, verenigingsleven, activiteiten,…  Zij kunnen fungeren als een permanent klankbord voor het beleid. Laten we deze sterke punten meenemen in  mogelijke toekomstscenario’s voor adviesraden: een kern als spil voor ‘adviesraden-nieuwe-stijl’.  

2. Open, soepele structuren voor bredere betrokkenheid  

Vandaag blijven nog te veel raden behoorlijk gesloten structuren, met vaak een oververtegenwoordiging van lokale verenigingen. Soms is deze situatie te wijten aan het krampachtig vasthouden aan een traditionele aanpak, soms aan een angst om subsidies te moeten delen met nieuwkomers… maar alleszins staat het haaks op het principe dat bij participatie alle betrokken actoren hun zeg zouden moeten kunnen doen. De betrokkenheid van een breder publiek zorgt ook voor een breder perspectief (dan louter de kijk en belangen van het verenigingsleven) en voor een rijker debat.   

Een aantal interessante lokale voorbeelden tonen inderdaad aan dat adviesraden wel degelijk een draaischijf kunnen zijn voor bredere participatie. Sommige raden houden open algemene vergaderingen ook buitenstaanders kunnen meepraten en -denken over een bepaalde kwestie. Andere raden organiseren denkmomenten of werkgroepen waarbij externen worden betrokken op basis van hun interesse of (ervarings-)deskundigheid. Of ze zetten een digitaal forum of ideeënbus op? Stel als adviesraad dus regelmatig de vraag: Wie zit bij ons niet rond de tafel? Welke mening horen wij nooit? De raden kunnen dan actief zoeken naar sleutelfiguren met een ander perspectief.  

3. Meer inhoudelijke diepgang voor sterker advies 

Voor vele gemeentelijke adviesraden beperkt de adviestaak zich tot het reageren op nieuwe, regelmatig bijna volledig afgewerkte, voorstellen of plannen van het lokale bestuur. Vaak is er weinig ruimte of tijd voor de voorbereiding een uitwerking van dat advies. Niet zelden moet dat tijdens de vergadering gebeuren waar dat nieuwe beleid werd toegelicht.  

De adviesraden zouden, zeker bij belangrijke dossiers, hun input beter moeten kunnen voorbereiden. Daarom zou het buitengewoon zijn zinvol dat de raden op voorhand zicht hebben op de ‘bestuurskalender’: welke dossiers of projecten zal het gemeentebestuur in de komende maanden aanpakken? Adviesraad kunnen zich dan beter informeren, een thematische werkgroep opstarten, externe deskundigen of doelgroepen aanspreken, hun achterban van aangesloten verenigingen betrekken… Einddoel: een inhoudelijk meer gedegen advies.    

Tijdig op de hoogte raken van de plannen van het lokale bestuur kan op verschillende manieren. Bestuursleden van de adviesraad kunnen bijvoorbeeld een jaarlijks onderhoud aanvragen met de bevoegde schepen over zijn/haar nieuwe beleidsintenties en investeringen. In een aantal gemeenten is het zelfs systematisch voorzien dat het schepencollege jaarlijks een presentatie geeft over het te verwachten beleid.  

4. Contact tussen adviesraden 

Vele adviesraden weten in feite amper waarmee hun collega-raden in de gemeente bezig zijn. Sommige raden wisselen wel verslagen uit om op de hoogte te blijven van elkaars werkzaamheden, maar in feite komen ze dan telkens een stap te laat. Deze verslagen zijn door de band relatief laat beschikbaar. De finale beslissing is dan al gevallen. Uitwisseling van de vergaderagenda’s, dus voor de bijeenkomst in kwestie, lijkt praktisch een betere keuze. Zo kunnen raden pro-actief contact opnemen met elkaar wanneer ze een gemeenschappelijk aandachtspunt terugvinden in deze agenda. 

Verschillende gemeenten hanteren een meer systematische vorm van uitwisseling en ontmoeting tussen hun adviesraden. Sommige kennen een adviesradenkoepel of interradenoverleg dat één of twee keer per jaar samenkomt. Op andere plaatsen overleggen bijvoorbeeld alleen de zogenaamde ‘vrijetijdsraden’ (cultuur, sport en jeugd) binnen een al dan niet los-vaste structuur. Evengoed kan het een meerwaarde betekenen om bepaalde raden samen te brengen rond één concreet dossier of project. Een gezamenlijke reflectie- of werkgroep kan dan zinvol zijn. Wat denken ouderen over mobiliteit? Wat vinden de organisaties uit de welzijnsraad over armoededrempels voor cultuur- en sportparticipatie?  

Bovendien overschrijden verschillende maatschappelijke uitdagingen vandaag de grenzen tussen de verschillende beleidsdomeinen. Een meer globale aanpak kan daarop inspelen. 

Echo’s uit adviesraden die De Wakkere Burger opvangt tijdens begeleidingsopdrachten gaan meestal in dezelfde richting. De raden voelen wel aan dat samenwerking een meerwaarde kan betekenen, maar zien daarbij ook extra vergaderingen en werk op zich afkomen. Naast hun engagement in de eigen adviesraad en de eigen vereniging of omgeving, vormt dat een stevige drempel. Een meer los-vaste vorm van uitwisseling lijkt hen meer aangewezen, waarbij rond een specifieke kwestie alleen die raden mee werken, die ook echt ‘geraakt’ worden door het thema dat op tafel ligt. Dus: samenwerking geënt op een concreet project of doel, geen samenwerking om de samenwerking alleen.   

5. Duidelijke taakstelling gedeelde verwachtingen 

Het is zowel voor leden van de adviesraden als voor ambtenaren en beleidsmakers niet altijd even duidelijk wat de taakomschrijving kan of zou moeten zijn ban de raden. Beperkt hun taak zich uitsluitend tot het formuleren van adviezen? Spelen ze enkel een rol in de voorbereiding of ook in de uitvoering van het beleid? Mogen ze ook activiteiten organiseren?  

Eén heldere definitie geven daarvoor is zinloos. Advies uitwerken voor en signalen uit de samenleving doorsturen naar het beleid zijn uiteraard de logische taken. Over andere opdrachten komen adviesraden en beleid best tot gelijklopende verwachtingen.

Het bericht Vijf tips voor de adviesraad van de toekomst verscheen eerst op .

]]>
Het belang van burgerparticipatie https://dewakkereburger.be/2024/01/15/het-belang-van-burgerparticipatie/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=het-belang-van-burgerparticipatie Mon, 15 Jan 2024 11:02:40 +0000 https://dewakkereburger.be/?p=6100 Participatie en inspraak kennen een lange geschiedenis, van de oude Grieken en Romeinen tot de late middeleeuwen. Echte politieke inspraak voor burgers bleef beperkt tot het einde van de 19e eeuw, toen algemeen stemrecht op de politieke agenda kwam. Nu, in 2024, evolueert het idee van representatieve democratie naar een meer participatieve vorm, waarbij burgers […]

Het bericht Het belang van burgerparticipatie verscheen eerst op .

]]>

Participatie en inspraak kennen een lange geschiedenis, van de oude Grieken en Romeinen tot de late middeleeuwen. Echte politieke inspraak voor burgers bleef beperkt tot het einde van de 19e eeuw, toen algemeen stemrecht op de politieke agenda kwam. Nu, in 2024, evolueert het idee van representatieve democratie naar een meer participatieve vorm, waarbij burgers actief betrokken zijn bij de besluitvorming. Burgerparticipatie draagt zo in toenemende mate bij aan transparantie, inclusiviteit en een directere vorm van democratie.

Participatie en inspraak zijn eeuwenoude begrippen. Ten tijde van de Grieken en de Romeinen waren er al diverse structuren waarin burgers, hetzij de meest vooraanstaanden, een rol konden spelen het in reilen en zeilen van een samenleving. Ook in de late middeleeuwen waren er al manieren waarop inwoners van een stad of graafschap inspraak konden eisen. Duurzame politieke inspraak van burgers bleef evenwel beperkt. Het duurde tot het einde van de 19e eeuw alvorens het idee van een algemeen stemrecht in Europese landen op de politieke agenda kwam. In België duurde het tot 1919 (en grondwettelijk tot 1921) alvorens elke meerderjarige man kon gaan stemmen. Vrouwen zouden nog tot 1948 moeten wachten. Vanuit een historisch perspectief is het idee van de representatieve democratie dus nog een relatief jonge gedachte.

Vandaag, anno 2024, evolueert dat idee van de representatieve democratie steeds meer naar een meer participatieve democratie. Tot voor kort bestond participatie en inspraak nog steeds uit één keer om de zoveel jaar een bolletje kleuren. Die manier van werken werd in de naloop van mei ’68 echter onder druk gezet door burgers die meer inspraak eisten. Ze hielden een sterk pleidooi voor meer openheid en een actieve dialoog tijdens de beleidsperiode. Op lokaal niveau leidde dit niet veel later tot de oprichting van een brede waaier van gemeentelijke adviesraden. Het fundament hiervoor in Vlaanderen werd gelegd met de creatie van het cultuurpact in de jaren ‘70 van de 20e eeuw. De eerste adviesraden werden verankerd in een juridisch systeem en burgers konden ook op een andere manier hun stem laten horen. Adviesraden en hoorzittingen werden het summum van inspraak. Participatie zoals we het vandaag kennen, in de vorm van burgerbegrotingen en burgerpanels, is een veel recenter fenomeen. De opkomst van de sociale bewegingen en afbrokkeling van de zuilen braken geleidelijk de gesloten wereld van adviesraden open. Burgers ontdekten dat ze ook zonder lidmaatschap inspraak hadden en invloed konden uitoefenen op het beleid.  

En burgerparticipatie heeft enkele intrinsieke voordelen voor het beleid. Het leidt tot een betere en meer democratische beleidsvorming, die transparanter, inclusiever, legitiemer en verantwoordelijker wordt. Burgerparticipatie vergroot het vertrouwen van het publiek in de overheid en democratische instellingen door burgers een rol te geven in de publieke besluitvorming. Het leidt ook tot een beter gedeeld begrip van kansen en uitdagingen. Burgerparticipatie heeft daarnaast ook enkele instrumentele voordelen. Het verzamelt de publieke input van het beleidsproces, om vervolgens het beleid te laten reageren op de verwachtingen van de burgers. Het leidt dan ook tot betere beleidsresultaten die rekening houden met en gebruik maken van de ervaring en kennis van burgers om in de behoeften van burgers te voorzien. Het levert met andere woorden informatie op over de wensen en opvattingen van burgers. De kwaliteit van het beleid en diensten verbetert omdat deze zijn ontwikkeld, geïmplementeerd en geëvalueerd op basis van input van de bevolking. Men kan voordeel halen uit de innovatieve ideeën van burgers en kan daardoor kosteneffectiever werken. Burgerparticipatie leidt immers tot het mobiliseren van een grote diversiteit aan ervaringen, kennisvormen, vaardigheden, expertise, inzichten en perspectieven.  
 
Daarnaast maakt burgerparticipatie het bestuur en de besluitvorming inclusiever door de deur open te zetten voor meer representatieve groepen mensen. Door middel van participatieve processen kunnen overheidsinstanties de stem van de “stille meerderheid” laten horen en de vertegenwoordiging van minderheden en vaak uitgesloten groepen versterken. Burgerparticipatie in openbare besluitvorming kan zo een antwoord bieden op de zorgen van minderheden en niet-vertegenwoordigde groepen door ongelijkheid te bestrijden. Dit levert op zijn beurt een beter beleid en betere diensten, bouwt aan een gevoel van verbondenheid tussen burgers en bevordert de sociale cohesie bevorderen. Tenslotte is burgerparticipatie goed voor de legitimiteit en vergemakkelijkt het de implementatie. Burgerparticipatie kan het publiek in staat stellen het proces dat leidt tot een beslissing te volgen, te beïnvloeden en te begrijpen. Dit vergroot de legitimiteit van bepaalde beleidskeuzes en het maatschappelijk draagvlak.  

De voordelen van burgerparticipatie voor een overheid zijn duidelijk. Voor burgers schuilt de waarde in heel wat bijkomende aspecten. Participatie biedt burgers de kans om voor hun eigen belang op te komen en een zeg te krijgen in het beleid. De burger wordt ook beter gerepresenteerd. Men krijgt de kans zijn/haar mening aan te passen en mee te laten spelen in het uiteindelijke besluit. Daarnaast krijgt de burger ook inzicht in wat er in zijn of haar naam beslist wordt, waar zijn of haar belastingen aan besteed worden, … Burgerparticipatie is in deze dan ook een antwoord op een constant verlangen van de burger naar meer transparantie. Het leidt m.a.w. tot een meer open en directe democratie.  

Het bericht Het belang van burgerparticipatie verscheen eerst op .

]]>
Hoe doe je aan digitale participatie? https://dewakkereburger.be/2023/12/13/hoe-doe-je-aan-digitale-participatie/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=hoe-doe-je-aan-digitale-participatie Wed, 13 Dec 2023 09:23:14 +0000 https://dewakkereburger.be/?p=6089 Digitale participatie is een vorm van participatie waarbij burgers gebruik maken van digitale technologie om deel te nemen aan democratische besluitvormingsprocessen of deze te ondersteunen. Digitale tools, ontwikkeld, gebruikt of beheerd door burgers, burgerbewegingen of organisaties, vormen zo een bijgevoegde waarde in democratische besluitvorming of bieden de mogelijkheid tot een alternatief democratisch proces. Het is […]

Het bericht Hoe doe je aan digitale participatie? verscheen eerst op .

]]>

Digitale participatie is een vorm van participatie waarbij burgers gebruik maken van digitale technologie om deel te nemen aan democratische besluitvormingsprocessen of deze te ondersteunen. Digitale tools, ontwikkeld, gebruikt of beheerd door burgers, burgerbewegingen of organisaties, vormen zo een bijgevoegde waarde in democratische besluitvorming of bieden de mogelijkheid tot een alternatief democratisch proces. Het is zo bijvoorbeeld mogelijk om via een online platform petities te verzamelen, de politieke agenda te bepalen, online co-creatie tot stand te brengen en zelfs participatieve begrotingstools op poten te zetten.  

Digitale participatie biedt dus heel wat voordelen. Heel wat meer inwoners van een gemeente kunnen betrokken worden dan tijdens een inspraakavond. Burgers die om praktische redenen hier niet aanwezig kunnen zijn, hebben op deze manier toch de kans hun stem te laten horen. Toch is het belangrijk om na te gaan wanneer er behoefte is aan digitale participatie. Zo is niet elk thema geschikt voor digitale participatie. Daarnaast zijn er ook heel wat verschillende vormen van online participatie. Daarom vraagt elke situatie om een inschatting of digitale tools nodig zijn, en welke vorm je best kiest. Het is ook hier belangrijk om het doel in het achterhoofd te houden. Wat wil je bereiken? Aan de hand van het antwoord op deze vraag kan men inschatten of en in welke fase digitale participatie aangewezen is. Daarnaast moet men rekening houden met welke mate van participatie bij het vooropgestelde doel past, en hoeveel invloed de burgers krijgen. 

Hoewel ‘elkaar in de ogen kijken’ er niet volwaardig door wordt vervangen, is er een scala aan online alternatieven voor gesprekken, workshops, vergaderingen en bewonersavonden. Idealiter ontwerp je een proces waarin online en offline elkaar aanvullen. Digitale participatie kan zowel met een kleine als met een grote groep mensen. Dat kan ‘online-live’, waarbij iedereen tegelijk online is en in gesprek gaat. Of het kan op een online platform of tool waar ieder zijn inbreng levert op een moment dat hem of haar past. Elke werkwijze heeft haar eigen voor en nadelen, sterktes en zwaktes. De doelstelling is wel grotendeels telkens dezelfde. Het kan geen kwaad vooraf enkele vragen te stellen om de juiste keuzes te maken: 

  • Wat is doel van de ontmoeting: kennismaken, uitwisselen, kennis/informatie overdragen, discussiëren, beslissen, brainstormen, evalueren, plannen maken?  
  • Wie is de doelgroep? Wat kenmerkt hen? 
  • Wat is een goede (werk)vorm?  
  • Is online wel het geschikte medium?  
  • Is het nodig live op hetzelfde moment bijeen te komen of kan ieder zijn inbreng leveren op een moment dat hem of haar past?  

Bij digitale participatie dient men steeds aandachtig te zijn dat het een model is waar niet iedereen meteen voor te vinden is. Bij het organiseren van een digitale participatie is er een wezenlijk risico dat een ongelijke participatie kan worden verstrekt, niet elke groep kan zomaar deelnemen aan een online vorm van participatie. Om dat tegen te gaan kunnen er uiteraard alternatieven worden voorzien of kan zoals reeds gesteld een afweging worden gemaakt of digitale participatie de meest aangewezen vorm is. Daarnaast mist digitale participatie vaak de non-verbale communicatie tussen mensen, alsook kan het onpersoonlijker aanvoelen. Hier moet men in de aanvankelijke planningsfase van een digitale participatie alvast rekening mee houden. Aanvullend hierbij, mist men ook soms de finesse van een fysiek debat waarbij niet alleen de luidste stem, maar d.m.v moderatie ook andere stemmen kunnen worden gehoord. Digitale participatie is dus degelijk een nuttige aanvulling, maar moet zeer grondig worden voorbereid en doordacht in kader van bereikbaarheid en nut.  

Het bericht Hoe doe je aan digitale participatie? verscheen eerst op .

]]>
Wat is ongelijke participatie? https://dewakkereburger.be/2023/11/02/wat-is-ongelijke-participatie/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=wat-is-ongelijke-participatie Thu, 02 Nov 2023 12:05:30 +0000 https://dewakkereburger.be/?p=6077 Lokale overheden experimenteren volop met nieuwe manieren om inwoners actief te betrekken bij het lokale beleid. Een breed draagvlak en diversiteit zijn daarbij essentieel. De praktijk toont echter dat dit niet altijd gemakkelijk is. Verschillende uitdagingen, zoals het bereiken van de juiste stakeholders en het omgaan met ongelijke deelname, bemoeilijken het proces. Ondanks inspanningen om […]

Het bericht Wat is ongelijke participatie? verscheen eerst op .

]]>

Lokale overheden experimenteren volop met nieuwe manieren om inwoners actief te betrekken bij het lokale beleid. Een breed draagvlak en diversiteit zijn daarbij essentieel. De praktijk toont echter dat dit niet altijd gemakkelijk is. Verschillende uitdagingen, zoals het bereiken van de juiste stakeholders en het omgaan met ongelijke deelname, bemoeilijken het proces. Ondanks inspanningen om diversiteit te waarborgen, blijven bepaalde groepen, zoals laagopgeleiden, jongeren en mensen met een migratieachtergrond, ondervertegenwoordigd.

Om burgers het lokaal beleid mee te laten vormen, experimenteren steeds meer besturen met burgerparticipatie. Een beleid dat breed gedragen wordt door inwoners is namelijk ook vaak een succesvol beleid. Maar theorie en praktijk liggen soms ver van elkaar. Lokale beleidsmakers botsen namelijk regelmatig op een aantal herkenbare moeilijkheden: Hoe bereik je de juiste stakeholders? Hoe kom je tot een beslissing die rekening houdt met alle betrokken belangen? En hoe betrek je iedereen bij die beslissing? 

Een breed draagvlak en een diverse betrokkenheid zijn belangrijke kwaliteitskenmerken voor goede participatie, maar een perfecte publiekssamenstelling blijkt in de realiteit moeilijk haalbaar. Het is geen sinecure om elke burger te betrekken, en dat hoeft ook niet het doel te zijn. Wel moet er altijd gestreefd worden naar zo’n goed mogelijke representatie en diversiteit en een zo’n breed mogelijk draagvlak.  

Vooraleer we verder ongelijke participatie onderzoeken, maken we nog even het onderscheid tussen representativiteit en diversiteit. Diversiteit – op basis van gender, socio-culturele achtergrond, leeftijd, … – is in tegenstelling tot representativiteit een haalbaar en zelfs noodzakelijk streven. Om de diversiteit van je participanten te waarborgen moeten extra inspanningen gedaan worden. Een diversiteit aan meningen, inzichten en deelnemers maken beslissingen en projecten namelijk betekenisvol en een divers samengesteld participatiepanel leidt tot meer kwaliteit. Dat moet het uitgangspunt zijn bij elk participatieproject. Om tot een zo groot mogelijk draagvlak en diversiteit te komen, zijn er enkele zaken die je kan bewerkstelligen. Ook deze komen later in het hoofdstuk aan bod. 

Men spreekt van representativiteit als de deelnemers van een participatieproject een goede afspiegeling vormen van de populatie voor wat betreft de relevante kenmerken. In de praktijk wordt men echter vaak geconfronteerd met een participatiekloof, i.e. een hiaat in het profiel van de burgers die deelnemen aan een participatietraject. Hoger opgeleide mannen zijn zo bijvoorbeeld vaak het meest actief bij inspraakmomenten, en mannen participeren over het algemeen meer dan vrouwen (Clayton et al, 2019). De participatiegraad van laaggeschoolden in beleidsparticipatie ligt ook veel lager dan die van hooggeschoolden (Vermeersch et al, 2016; Aars & Christensen, 2018). Onderzoek van de KU Leuven toont aan dat ook inkomen, de socio-economische status en etniciteit eveneens een rol spelen. Ook attitudes, houdingen en opinies kunnen invloed uitoefenen op de participatiebereidheid en de participatiekloof verklaren (Vermeersch et al, 2016; Fishkin, 2009). Participatie-initiatieven verhogen vaak vooral de bereidheid tot deelname van burgers die sowieso al actief zijn in de samenleving. Het is dus nog steeds (te) vaak dezelfde burger dat participeert. Zo ontstaat een kloof tussen zij die niet, en zij die veel, en steeds meer, participeren.

Hoe komt ongelijke participatie tot stand? 

Ongelijke participatie hangt nauw samen met het opleidingsniveau, geslacht, leeftijd, inkomen, socio-economische status en etniciteit (Gallego, 2008; Kitanova, 2019; Vermeersch et al, 2016; Deimel et al, 2020). Onderzoek toont dat vooral hoogopgeleide, mannelijke en welvarende burgers deelnemen aan participatie-initiatieven. Naast achtergrondkenmerken kunnen echter ook attitudes, houdingen en opinies invloed uitoefenen op de deelname-bereidheid. Inspraakinitiatieven trekken bovendien vooral burgers aan die al actief participeren, bv in het verenigingsleven of belangenorganisaties. Voor hen is de drempel immers vaak lager dan voor de individuele, niet-georganiseerde burger.  

Als verklaring voor de lage participatiegraad van bepaalde groepen in de samenleving wordt vaak verwezen naar het gebrek aan ‘resources’ of hulpbronnen, zoals ‘civic skills’, geld en vrije tijd (Stum, 2021; Mattila & Papageorgiou, 2016). Lager opgeleide burgers zouden niet over de nodige vaardigheden of financiële middelen beschikken om actief te participeren. Deze ‘civic skills’ worden vooral ontwikkeld door onderwijs, maar kunnen ook aangeleerd worden in een maatschappelijke organisatie. Op jonge leeftijd kan het onderwijs, verbale ontwikkeling en de taal die men thuis spreekt van invloed zijn. Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe meer kans men krijgt om deze cruciale vaardigheden wel te ontwikkelen. Onderzoek toont een relatief hoge ongekwalificeerde uitstroom bij allochtone jongeren in Vlaanderen (Glorieux et al, 2008; Bradt et al, 2021 ;  Kavadias et al, 2022). Verklarende factoren daarbij zijn de latere intredeleeftijd, het opleidingsniveau van de vader, het al of niet geboren zijn in België en het al of niet Nederlands spreken. Deze beperkte taalvaardigheid is ook een element dat een directe barrière kan vormen voor beleidsparticipatie.

Er bestaat dus het risico dat steeds dezelfde burgers bepalen wat er in een wijk gebeurt. Maar ook tussen bepaalde wijken is er een verschil in inspraak. Onderzoek toont dat bewoners van meer welgestelde en etnisch homogene wijken inderdaad meer participeren dan bewoners van meer gedepriveerde en etnisch diverse wijken (Gijsberts, Van der Meer & Dagevos, 2012; Letki, 2008; Putnam, 2007; Tolsma, Van der Meer & Gesthuizen, 2009; Van der Meer & Tolsma, 2014; Van Noije, 2016). In de Nederlandse stad Rotterdam zijn er significante verschillen tussen buurten in niveau van buurtparticipatie. Respondenten uit gedepriveerde en etnisch diverse buurten participeren gemiddeld minder dan respondenten uit meer welgestelde en etnisch homogene (in praktijk: ‘witte’) buurten van de stad. Maar buurtfactoren zoals deprivatie en etnische diversiteit dragen nauwelijks bij aan de verklaring van verschillen in de mate van buurtparticipatie tussen buurten. Deze verschillen hangen vooral samen met individuele kenmerken van respondenten uit de betreffende buurten. 

Naast het moeilijker bereiken van jongeren en mensen van migratieachtergrond, is er volgens een recente Duitse studie ook een gender-gap in de actieve politieke participatie in verschillende Europese landen (Pfanzelt, 2019). Vrouwen ondervinden meer moeilijkheden om actief deel te nemen aan zowel het participatielandschap alsook het politieke speelveld. 

Hoewel het verband tussen vrije tijd en participatie op het eerste zicht logisch lijkt, is de relatie toch niet zo eenduidig. Vrije tijd heeft wel een invloed op de hoeveelheid tijd die men besteed aan participatie, maar niet op het feit dát men participeert. Participatie vraagt naast een zekere tijdsinvestering vaak ook financiële kosten (vervoer, lidgeld, …). Zo weten we dat de inkomenspositie van personen van buitenlandse herkomst of laagopgeleiden niet identiek is aan die van personen van binnenlandse herkomst of hoogopgeleiden. Ook dit is een hindernis. Om het gebrek aan financiële middelen niet in de weg van participatie te laten staan, werkte men in Canada met honoraria. In het najaar van 2017 werden Canadezen betrokken bij een reeks van zes burgerdialogen. Ze vertegenwoordigden de diversiteit van Canada, overbrugden de gedrags- en geografische verschillen om weloverwogen aanbevelingen te doen voor het Canadese energiebeleid. Om de participatiekloof zo klein mogelijk te houden, kregen de deelnemers een honorarium van 400 dollar voor de regionale dialogen en 600 dollar voor de nationale dialoog. Dit om deelname aan te moedigen, vooral onder mensen met een laag inkomen. Nadat de deelnemers waren geselecteerd, werden alle kosten van de deelnemers betaald uit het projectbudget. Het project zorgde ook voor toegankelijkheidsfinanciering om kosten zoals kinderopvang of ondersteuning voor personen met een handicap te dekken. 

Maar het is niet omdat men over de nodige ‘resources’ beschikt, men ook daadwerkelijk zal participeren. Ook factoren als onwetendheid en onverschilligheid spelen mee. Motivatie en interesse om deel te nemen aan het beleid spelen dus eveneens een cruciale rol. De bereidheid is hoger wanneer het beleidsdomein of -thema een groter raakvlak heeft met het dagelijkse leven van de burger. Een specifiek probleem is vaak dat het beleidsdomein onvoldoende spektakelwaarde heeft en door de bevolking als abstract wordt beschouwd. Motivatie omvat ook psychologische variabelen zoals politieke interesse of politieke machteloosheid.

Tenslotte kan de participatiekloof ook versterkt worden door de zogenaamde digitale kloof. Hoewel de gevolgen van de informatisering en digitalisering overwegend positief zijn (vb. mogelijke creatie van extra arbeidsplaatsen en een meer comfortabel leven door nieuwe toepassingen), is er ook een keerzijde. Bepaalde groepen in de samenleving dreigen immers uit de boot te vallen doordat ze niet of slechts in beperkte mate toegang hebben tot nieuwe technologieën, zoals internet en informatica, of omdat ze niet beschikken over de noodzakelijke vaardigheden en kennis. De digitale kloof komt in het hoofdstuk ‘digitale participatie’ verder aan bod. 

 

Arno Van Rensbergen & Gide Van Cappel

Het bericht Wat is ongelijke participatie? verscheen eerst op .

]]>
Online info-moment over de opmaak van een memorandum https://dewakkereburger.be/2023/10/25/online-info-moment-over-de-opmaak-van-een-memorandumo/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=online-info-moment-over-de-opmaak-van-een-memorandumo Wed, 25 Oct 2023 12:11:55 +0000 https://dewakkereburger.be/?p=6069 Wil jouw vereniging, burgercomité of adviesraad werk maken van aanbevelingen voor het nieuwe stads- en gemeentebestuur? Je wil een stem in het beleid na 2025, maar weet niet precies hoe je de opmaak van zo’n ‘memorandum’ moet aanpakken, aan wie je dat document moet bezorgen voor maximale invloed, hoe dat document er best uitziet? De […]

Het bericht Online info-moment over de opmaak van een memorandum verscheen eerst op .

]]>

Wil jouw vereniging, burgercomité of adviesraad werk maken van aanbevelingen voor het nieuwe stads- en gemeentebestuur? Je wil een stem in het beleid na 2025, maar weet niet precies hoe je de opmaak van zo’n ‘memorandum’ moet aanpakken, aan wie je dat document moet bezorgen voor maximale invloed, hoe dat document er best uitziet? De Wakkere Burger bundelde zijn tips in een handig stappenplan. 

Op 12 december 2023 om 19u30 presenteren we dat stappenplan op een online infomoment: na de presentatie van het stappenplan en van een aantal concrete tips, is er nog voldoende ruimte voor vraag-en-antwoord.

Om deel te nemen aan deze online vorming, schrijf je je in via deze link. Wij bezorgen jouw nadien de vergaderlink via email.



Het bericht Online info-moment over de opmaak van een memorandum verscheen eerst op .

]]>
De tien elementen van een sterk participatieproject https://dewakkereburger.be/2023/10/20/de-elementen-van-een-sterk-participatieproject/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=de-elementen-van-een-sterk-participatieproject Fri, 20 Oct 2023 08:03:30 +0000 https://dewakkereburger.be/?p=6061 Om tot een sterk participatieproces te komen zijn er heel wat aspecten waar men rekening mee moet houden. Zo is de timing, de relevantie, de begeleiding en ondersteuning van belang. Want wanneer men de kwaliteit van een participatieproces uit het oog verliest, kan dit leiden tot een negatieve ervaring of uitkomst. Denk maar  aan schijnparticipatie, […]

Het bericht De tien elementen van een sterk participatieproject verscheen eerst op .

]]>

Om tot een sterk participatieproces te komen zijn er heel wat aspecten waar men rekening mee moet houden. Zo is de timing, de relevantie, de begeleiding en ondersteuning van belang. Want wanneer men de kwaliteit van een participatieproces uit het oog verliest, kan dit leiden tot een negatieve ervaring of uitkomst. Denk maar  aan schijnparticipatie, waarbij deelnemers het gevoel krijgen dat er niet naar hun mening geluisterd wordt. Om zulke uitkomsten te vermijden, sommen we hieronder de tien belangrijkste kwaliteitselementen voor participatie op. 

1. TIMING 

De kwaliteit van een participatief proces wordt – zeker vanuit het perspectief van de betrokken burgers – in belangrijke mate bepaald door de timing. Het is belangrijk te weten in welke fase van het beslissingsproces de stakeholders betrokken worden en hoeveel speelruimte er overblijft voor burgers en verenigingen. Is er nog tijd en (mentale) ruimte om echte invloed te hebben op de eindbeslissing? Of zijn de beleidsplannen al dermate concreet dat de insprekers alleen nog enkele details kunnen bekijken?  

Burgers worden best zo vlug mogelijk betrokken in het beslissingsproces, misschien zelfs al bij de verkenning van het probleem zelf. Alleszins vermijden overheden bij voorkeur situaties waarbij de betrokkenheid pas vorm krijgt in een vergevorderd stadium van besluitvorming. Men riskeert dan een situatie waarin burgers zich niet herkennen in de voorliggende ontwerpplannen en andere keuzes of prioriteiten zouden aanwijzen. Men loopt dan toch een risico dat de betrokkenen deze keuzes volledig verwerpen.  

Een bekende ‘bad practice’ in deze context was het Oosterweel-mobiliteitsvraag rond Antwerpen. In 2000 werd een maquette onthuld van de Lange Wapper-brug als sluitstuk van de Oosterweelverbinding. Dat gebeurde zonder veel overleg, wat uiteraard leidde tot heel wat tegenkanting. Resultaat: het dossier raakte jarenlang geblokkeerd tot het op een meer participatieve manier weer rechtgetrokken werd. De Vlaamse overheid voorzag nadien ook nieuwe regels voor dergelijke grote investeringsprojecten, waarin stakeholders tijdig betrokken zouden worden.   

 
2. RELEVANTIE 

Niet alleen moet participatie voldoende snel worden georganiseerd, wanneer de oplossingen nog openliggen, het precieze onderwerp van het proces moet ook correct worden omschreven. Vaak wordt deze vraagstelling immers van bovenaf bepaald. Soms worden daarbij – al dan niet bewust – heikele thema’s buiten het debat gehouden. Indien op die manier relevante bezorgdheden uit de samenleving worden genegeerd, leidt dat al snel tot frustratie bij de deelnemers of zelfs een totale afwijzing van het participatieve proces. Voor burgers moet de essentie aan bod komen, niet enkele details.  

Een andere valkuil houdt rechtstreeks verband met de verkokering van het beleid. Bepaalde kwesties worden soms te beperkt bekeken binnen de afbakening van beleidsdomeinen en/of bevoegdheden. Burgers bekijken de wereld rondom hen op een andere manier.  Hun denken is niet beperkt tot bepaalde beleidsdomeinen. Voor burgers telt alleen een sluitende, integrale oplossing.  

Om nog even terug te grijpen naar het Oosterweel-voorbeeld: wat voor de overheid een oplossing was voor de mobiliteitsknoop rond Antwerpen, bekeken de lokale burgergroepen veel ruimer. Het ging over de leefbaarheid van de stad, over luchtverontreiniging in woonbuurten en over een optimale benutting van de openbare ruimte door de Antwerpse ring te overkappen met park- en groengebieden. 

 
3. DUIDELIJKHEID 

Duidelijkheid en transparantie over de doelstellingen en spelregels van het participatieproces zijn belangrijk. Zijn de verschillende stappen in het proces netjes toegelicht? Is het voor de participanten duidelijk hoeveel speelruimte het proces toelaat? Welk gewicht hun inbreng heeft? Over welke punten kan nog gedebatteerd worden? Hoe kunnen ze tussentijds op de hoogte blijven?… En vooral wie is bevoegd voor de finale beslissingen? 

Dat lijken allemaal evidente zaken, maar om ontgoocheling en frustraties te vermijden moet er toch een reflex bestaan om per tussenstap helder aan te geven wat het doel is, wat er met de resultaten zal gebeuren en wat de volgende stappen zijn. Is er al een beslissing genomen? Dient het participatieve proces meer om ‘te nemen temperatuur’ of om de plaats van constructie van de uiteindelijke beslissing te worden ?…) Nalatigheid in duidelijke communicatie en transparantie kan al snel heel wat schade berokkenen, frustraties genereren en valse hoop wekken. Een onduidelijk proces waarin deelnemers zich gebruikt of verraden voelen, leidt tot een situatie waarin er is geen participatiebenadering meer mogelijk. 

  

4. BREED BEREIK 

Participatieve processen moeten open staan voor iedereen die wil deelnemen. Mogelijke drempels worden zo laag mogelijk gehouden. Dat sommigen kiezen om niet deel te nemen, vormt op zich geen probleem: participatie is niet verplicht. Maar deelname moet wel voor iedereen haalbaar zijn. Bouwwerken in de buurt, wijzigingen in de ruimtelijke plannen… het zijn allemaal ingrepen die iemands leven sterk beïnvloeden. Iedereen die ‘geraakt’ wordt door een beslissing van de overheid, zou idealiter moeten aangesproken worden om zijn mening in te brengen. Dat vereist een zekere – soms grote – inspanning. Maar dit is en blijft een essentiële inspanning omdat een brede en diverse betrokkenheid essentieel zijn voor het succes van participatie.  

Een breed bereik veronderstelt verschillende strategieën voor de ‘rekrutering’ in verschillende doelgroepen. Een oproep uitsluitend via de klassieke kanalen zal vaak een publiek met ‘usual suspects’ opleveren. Uitnodigingen via digitale media zullen een ander bereik opleveren. Het inschakelen van tussenpersonen of organisatie kunnen moeilijk bereikbare doelgroepen aanspreken. Al is voorzichtigheid hier wel geboden. Steeds dezelfde tussenpersonen aanspreken om publiek aan te leveren, maar hen geen echte plaats geven in het ontwerp van het proces, kan tot frustratie en desinteresse leiden. Zeker wanneer men overbevraagd wordt of louter instrumenteel wordt ingezet en geen eigenaarschap of betrokkenheid heeft tegenover het proces.  

Nog te vaak vergeten initiatiefnemers mensen of partijen bij een proces te betrekken, of breiden ze de uitnodigingen liever niet te veel uit. Daardoor is het maar een beperkte groep betrokkenen die inspraak heeft. Belangrijk hierbij is natuurlijk een duidelijke analyse van wie betrokken moet worden. Zijn dat alleen de omwonenden van de straten en pleinen waar een mobiliteitsvraagstuk moet opgelost worden? Of zijn dat ook gebruikers zoals doorgaande fietsers en automobilisten? De lokale handelaars? De openbare vervoersmaatschappij? 

Uitwisseling van alle belangen en argumenten zijn belangrijk in een participatieproces. Participatie gaat immers ook om de ‘transformatie’ van standpunten, voor aangepaste meningen uit begrip voor elkaars situatie… Als ze niet alle stakeholders aanwezig zijn, is deze uitwisseling onmogelijk. En zakken de kansen op begrip voor bepaalde keuzes en op een breed gedragen consensus.  

Tenslotte houdt een breed bereik van participatieve processen ook over de facilitatie van de deelname en de praktische inrichting van de praktische uitwerking. Een gebrek aan praktisch inzicht kunnen de drempels voor deelname verhogen. Men houdt dus best ook rekening met geschikte vergaderuren en -locaties, eventuele kinderopvang van jonge ouders, taalondersteuning, … 

 

5. STIMULERENDE WERKVORMEN  

Voldoende burgers overtuigen tot deelname is één zaak, deze deelnemers ook uitdagen en stimuleren om een waardevolle inhoudelijk inbreng te doen is nog een andere zaak.  

Vanaf het moment dat het participatieve proces een diverse groep deelnemers bij elkaar brengt is bijzondere aandacht essentieel als iedereen in staat wil zijn om bij te dragen of zelfs beslissingen te beïnvloeden. De democratische waarde van het proces staat op het spel. Door ieders unieke functie, kennis, ervaring en referenties en contacten speelt elke deelnemer een specifieke rol in het participatieproces. Minder ervaren en meer sceptische deelnemers zullen vaak specifieke professionele ondersteuning nodig hebben om hen gerust te stellen en te faciliteren bij het uiten van hun standpunt (en legitiem om dit te doen!). 

 

6. DESKUNDIGE, CORRECTE PROCESBEGELEIDING 

De begeleiding van deze participatiemomenten, maar ook het design van het volledige traject, verdraagt geen improvisatie. Dat is vakwerk.  

Dat betekent dat facilitators met voldoende knowhow moeten ingeschakeld worden. In een aantal gevallen kunnen eigen medewerkers die taak opnemen, maar vaak zullen externe professionals ingeschakeld worden.  

Externe facilitators hebben enkele bijkomende voordelen. Ze stralen onafhankelijkheid uit tegenover het beleid. Daarnaast komen ze ook neutraler over bij mogelijke belangentegenstellingen tussen deelnemers. Dat alles draagt bij tot een klimaat van wederzijds vertrouwen. Bovendien bewaken zij dat alle stemmen aan bod komen. 

Bij het inschakelen van gemeentepersoneel voor (deel-)taken in het participatieproces zijn dan weer duidelijke afspraken nodig hun rol binnen dat proces.

  

7. ONDERSTEUNING  

Een interessante, maar weinig gestelde bijvraag bij deze ondersteuning van participatieprocessen gaat over de mogelijk nood aan begeleiding van zwakkere groepen. Sommige stemmen klinken minder luid, bv. omdat ze minder achtergrondkennis of assertiviteit bezitten. Er is met andere woorden extra ondersteuning nodig voor ‘zwakkere’ doelgroepen om hun achterstand weg te werken en tot een gelijk speelveld te komen.    

Op een aantal plaatsen gebeurt dat wel door organisaties die hun doelpubliek voorbereiden op inspraakvergaderingen: de inhoud op voorhand bespreken, tussenkomsten voorbereiden… Voor meer een gelijkwaardig, democratisch debat tussen alle betrokken zou zo’n vorm van empowerment nuttig kunnen zijn. We denken daarbij aan meer duidelijkheid over het onderwerp en het verloop van het participatieproces, tips bij de deelname aan deze vergaderingen…  

Misschien is het wel gevaarlijk als de gespreksleider/procesfacilitator ook deze ondersteuningstaak op zich zou nemen. Bepaalde deelnemers zouden dat kunnen zien als een uitholling van de verwachte neutrale positie.  


8. FEEDBACK
 

Duidelijke en correcte informatie voorafgaand aan een participatievergadering of -proces is onbetwist een belangrijk kwaliteitselement. De besluitvorming vereist vaak een grote hoeveelheid informatie, kennis en expertise. Maar ook na alle tussenstappen in het proces moet alle informatie (input, informatie…) vlot beschikbaar zijn. Niet alleen om het proces te volgen, maar eventueel ook om ontbrekende voorstellen en ideeën in verslagen aan te duiden.  

Bovendien is het belangrijk duidelijke communicatie te voorzien over welk gevolg het beleid zal geven aan de input van de deelnemers. Welke ideeën en voorstellen zal men opnemen in de finale plannen? Welke zaken kunnen niet worden meegenomen en – belangrijk! – waarom niet? Een goede feedback met een degelijke argumentatie is het sluitstuk van elk participatieproces.  
 

9. NIVEAU VAN INSPRAAK  

Om een specifiek niveau van participatie gedurende het hele participatieproces te bereiken, zal men vaak participatiefasen van een ander niveau moeten doorlopen. In sommige gevallen is het bijvoorbeeld handig om informatiestappen te doorlopen voordat je met alle deelnemers voorstellen kunt maken.

10. EVALUATIE  

De evaluatie van een traject verschijnt tot op vandaag nog te weinig daadwerkelijk op de planning van een participatieproces. Toch is het evalueren van een dergelijke praktijk een nuttig element. Om de evaluatie vorm te geven, bieden de kwaliteitselementen uit dit hoofdstukje een interessante checklist. Het is essentieel dat de initiatiefnemers en besluitvormers lessen trekken uit de ervaringen, enerzijds om fouten in de toekomst te voorkomen en anderzijds om goede praktijken mee te nemen naar andere contexten. De timing van de evaluatie, indien goed doordacht en geanimeerd, zorgt meestal voor een goede dialoog tussen de deelnemers. De evaluatie helpt om het participatieproces en de besluitvorming opnieuw te bespreken, en nieuwe methoden en praktijken voor te stellen. Naast het gegeven dat men een gedegen praktisch resultaat kan putten uit een dergelijke evaluatie, kan men deze ook inbedden binnen de participatieve cultuur waarnaar we met De Wakkere Burger streven 

Het bericht De tien elementen van een sterk participatieproject verscheen eerst op .

]]>