Betekent historisch lage opkomst bij Nederlandse gemeenteraadsverkiezingen slecht nieuws voor Vlaanderen?

Op 16 maart vonden de Nederlandse gemeenteraadsverkiezingen plaats. Slechts de helft van de Nederlandse kiesgerechtigden ging naar het stembureau. De andere helft bleef thuis. Het voorspelt weinig goeds voor de Vlaamse gemeenteraadsverkiezingen in 2024, die voor het eerst zonder opkomstplicht georganiseerd worden.

Historisch lage opkomst

Twee weken geleden werden over heel Nederland nieuwe gemeenteraden gekozen. Alle Nederlanders en EU-onderdanen die in Nederland wonen mochten gaan stemmen. Maar niet iedereen deed dat. De opkomst dit jaar was zelfs historisch laag. Het marktonderzoeksbedrijf Ipsos voerde, in opdracht van de NOS, exitpolls uit in zeven Nederlandse gemeenten. Ongeveer de helft van de kiesgerechtigden ging op woensdag 16 maart naar het stembureau. Vooral in de grotere steden bleef de opkomst laag. In Rotterdam ging slechts een vierde van de kiezers stemmen, en ook in Almere kwam nog geen 40 procent opdagen.

Ook tussen bevolkingsgroepen zijn er grote verschillen op te tekenen. Waar 57 procent van de mannen ging stemmen, was de opkomst onder vrouwen slechts 44 procent. Ook laagopgeleiden gingen minder vaak naar de stembus dan middel- en hoogopgeleiden. Van de leeftijdsgroepen was de opkomst bij 70-plussers het hoogst en bij 18- tot 24-jarigen het laagst.  

Wanneer gevraagd werd aan de niet-stemmers wat de belangrijkste redenen waren om thuis te blijven, haalde 32 procent aan dat ze niet wisten op welke partij ze moesten stemmen. Ongeveer 28 percent zei geen vertrouwen te hebben in de gemeentelijke politiek en 15 procent voelde zich niet vertegenwoordigd.

De trend in Nederland was al enige tijd niet al te best. In Nederland daalde het opkomstpercentage van 94 procent in 1970, toen de opkomstplicht nog bestond, tot 51 procent in 2022. “De opkomst was nu al zo’n tien jaar best stabiel”, zegt Nederlands politicoloog Lisanne de Blok. “Dat was steeds tussen de 53 en 55 procent, maar dit jaar heb je echt met een daling te maken.”

Et quid Vlaanderen?

Wat betekenen deze cijfers nu voor de Vlaamse gemeenteraadsverkiezingen in 2024? Want deze zullen er heel anders uitzien dan de lokale verkiezingen die we kennen. Hoewel de afschaffing van de lokale opkomstplicht in 2019 geen majeur deel vormde van de Vlaamse verkiezingscampagne, verscheen het toch als een fait divers in het regeerakkoord en keurde het Vlaams Parlement op 14 juli 2021 het decreet goed. De kiezer zal vanaf 2024 dus niet meer moeten deelnemen aan lokale stembusgang. De stemplicht wordt stemrecht. Voor de regionale en federale verkiezingen verandert er niets. 

“In de toekomst zullen kandidaten de burger moeten overtuigen om te gaan stemmen”, zei Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Somers in het kader van de goedkeuring van het decreet. “Dit zal leiden tot een versterking van het debat. Elke partij zal de democratie op zich moeten verdedigen en uitleggen waarom stemmen belangrijk is”.  

Kritiek uit academische hoek

Buitenlandse cijfers, zoals de recente cijfers uit Nederland, tonen aan dat een deel van het kiezerspubliek onvermijdelijk zal afhaken. ‘Wij vrezen dat er een lagere opkomst zal zijn, vooral onder specifieke bevolkingsgroepen. Namelijk de socio-economisch zwakkere groepen in de samenleving die sowieso al niet gemakkelijk connecteren met het politieke gebeuren. Net die groep dreigen we te verliezen’, stelt politicoloog Karen Celis. Zij uitte samen met een twintigtal politieke wetenschappers kritiek op de afschaffing van de lokale opkomstplicht.

De vrees is aanwezig dat de thuisblijvers niet gelijk vertegenwoordigd zullen zijn in alle lagen van de samenleving. Zwakkere groepen, laagopgeleide mensen… blijken in de recente cijfers uit Nederland het meest af te haken. Onderzoek wijst uit dat van de laaggeschoolden amper 25 à 30 procent zeker nog zou stemmen als er geen opkomstplicht was. Voor hoger opgeleiden loopt dit op tot 67 procent. Zonder opkomstplicht boet men dus niet alleen procentueel in op representativiteit, maar bestaat de kans dat een grote groepen mensen vervreemden van het politiek systeem. Ook Vlaamse jongeren zullen volgens de politicologen afhaken. ‘Die jongere generatie ga je misschien ook blijvend missen omdat ze niet de gewoonte opbouwen om te gaan stemmen’, zegt Celis. 

‘De politiek moet meegaan met haar tijd.’ stelt Somers. ‘Burgers krijgen meer inspraak bij lokale verkiezingen. We schaffen de opkomstplicht af, net zoals de lijststem.’ Meegaan met zijn tijd, inspraak en impact geven aan burgers. En zo het vertrouwen in de politiek herstellen. Een quote vol goede intenties. Maar of de afschaffing van de opkomstplicht daarvoor het beste instrument is? Politicologen noemen verkiezingen niet voor niets dikwijls de meest inclusieve, egalitaire manier om je stem te laten horen. ‘We zitten op een historisch moment in de relatie tussen burger en politiek’, stelt Celis. ‘De burger keert zich af van de politiek. Er is een groot probleem van vertrouwen en er zijn heel wat negatieve emoties tegenover het politieke gebeuren en politici. En net op dat moment gaan politici beslissen dat ze zich niet meer willen blootstellen aan dat soort kritieken. Dat is geen goede beslissing. Politici moeten de stap naar de burger net blijven zetten. Het afschaffen van de opkomstplicht lijkt daar heel haaks op te staan’, besluit de professor.

Geen twee democratieën zijn 100% vergelijkbaar en exacte cijfervergelijkingen zijn onmogelijk. Toch lijkt er één zekerheid: afschaffen van de opkomstplicht leidt tot een lagere opkomst en bepaalde segmenten van de maatschappij blijven weg van het stemhokje. Als het even tegenzit, brengt straks dus ook in de Vlaamse gemeenten nog slechts de helft van het kiespubliek zijn stem uit. En zal het beleid dus maar kunnen bouwen op de stem van de andere helft.

Arno Van Rensbergen

Lees meer

Recent

Ontvang het laatste nieuws

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

En blijf op de hoogte van al het De Wakkere Burger nieuws.