Burgerparticipatie organiseer je niet zomaar

Waarom als gemeente kiezen voor burgerparticipatie? Die vraag onderzocht Vinitha Siebers van de Vrije Universiteit Amsterdam. Voor haar doctoraatsonderzoek richtte ze haar blik op verschillende gemeenten en participatieprojecten in Nederland, Denemarken en Zuid-Afrika.

Overal ter wereld wordt men geconfronteerd met complexe maatschappelijke vraagstukken. In de zoektocht naar een oplossing, trekken steeds meer gemeentebesturen naar hun inwoners voor advies en informatie. Hoe die participatie precies moet worden vormgegeven, blijft voor velen echter nog onduidelijk. Voor haar doctoraat “A Journey to Unravel Citizen Engagement’ onderzocht Vinitha Siebers hoe gemeenten vandaag de dag burgerparticipatie vormgeven en organiseren. Ze trok daarvoor naar Nederland, Denemarken en Zuid-Afrika en ontdekte er wat wel én niet werkt.

Paddenstoelgemeenten

“Burgerparticipatie is een containerbegrip dat veel ladingen dekt”, vertelt Siebers. “Iedereen gebruikt verschillende definities, methoden en interpretaties voor hetzelfde fenomeen. En dat schept verwarring.” Dat zag de onderzoekster in de drie landen die ze voor haar onderzoek onder de loep nam.

Een veel voorkomend probleem blijkt de afwezigheid van een gedeeld beeld tussen alle betrokkenen (raadsleden, het bestuur, ambtenaren en burgers) . “Burgers willen doorgaans heel graag meedoen aan zo’n participatieproject, maar hebben niet altijd het idee bij wie ze terecht kunnen of wat het participatieproject precies inhoudt. Terwijl duidelijkheid over motivatie, vorm en verwachtingen ten aanzien van de deelnemers net cruciaal is om succesvol aan participatie te doen”, aldus Siebers. “Is die duidelijkheid er niet, dan krijg je vooral paddenstoelengemeenten met participatieprojecten zonder visie. En betrokkenen die in beperkte mate tot geen idee hebben waar ze mee bezig zijn.”

Een gebrek aan vertrouwen

Tegelijk benadrukt het onderzoek het belang van een transparante communicatie over alle stappen in het proces. “Wanneer burgers voelen dat hun input niet wordt meegenomen door het bestuur, dan leidt dat in veel gevallen tot een vertrouwensbreuk. En weinig enthousiasme om een tweede keer deel te nemen. In dat opzicht heeft participatie niet per definitie een positief gevolg. Omgekeerd zal een geslaagd traject het vertrouwen van burgers in hun bestuur versterken. Net zoals hun betrokkenheid bij het beleid in de toekomst”, aldus Siebers.

Een originele lokale oplossing voor het gebrek aan vertrouwen van burgers in hun bestuur, vond de onderzoekster in Zuid-Afrika. Hoewel er in dit land veel politieke corruptie heerst, doet men op tijd en stond beroep op de burger om bijvoorbeeld nieuwe rioleringen aan te leggen of scholen te bouwen. Maar burgers als participant enthousiasmeren, blijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan. Participatie is in het land dan wel grondwettelijk verankerd, er heerst heel wat wantrouwen van de burger in ambtenaren en overheidsinstanties. Men besloot er om een derde, onafhankelijke partij in te schakelen.

“Door een externe partij in te schakelen, creëerde de gemeente Prince Albert opnieuw ruimte voor behoeften van inwoners”, vertelt Siebers. “Ook was het voor de gemeente een kans om horizontaal leiderschap te tonen. Beleidsmakers hebben vaak een verticaal beeld van leiderschap, terwijl burgerparticipatie ook horizontaal leiderschap nodig heeft. En zo dus een verantwoordelijkheid wordt van een geheel systeem.”

Organisatiecultuur

Ten slotte deed Siebers ook inzichten op met betrekking tot de impact van een organisatiecultuur op de aanpak van participatie. Zo zullen gemeenten met een hiërarchische cultuur en een duidelijke structuur in een participatietraject sneller grijpen naar een duidelijk stappenplan of een vast kader. “De behoefte aan controle van ambtenaren en de burgemeester over wat wel en niet kan, staat in deze cultuur veeleer voorop. Pas in een volgende fase stapt men naar de burger.”

Bij gemeenten met een meer flexibele organisatiecultuur zal de aandacht van bij de start uitgaan naar een dialoog met de burger en co-creatie. Het versterken en stimuleren van de burger staat hier vooral centraal. Siebers zag in de praktijk een sterk verschil in de invulling in gemeenten.  

Gedeeld participatieproject

Welke praktijken vond Siebers zelf inspirerend? “Het Deense Roskilde is een mooi voorbeeld van een gedeeld participatieproject”, zegt ze. “Het is een gemeente die via een cocreatieve aanpak een nieuwe wijk tussen het oude stadscentrum en het bekende festivalterrein wil creëren. Burgers kregen er de touwtjes in handen binnen een vooraf opgesteld kader. Voorwaarde was wel dat ze tijd, geld en middelen wilden investeren. Betrokken ambtenaren kregen vooral een begeleidende en faciliterende rol. En stonden in voor noodzakelijke voorzieningen en vergunningen. Met andere woorden: de gemeente wist duidelijk waarom ze burgers wilde betrekken. Elke actor wist op voorhand wat er van hen verwacht werd en er was duidelijk leiderschap doorheen het proces.”

Voor Siebers is het na jaren onderzoek intussen glashelder. “Een participatieproject heeft enkel kans op slagen wanneer de motivatie, de methode, de rolverdeling en de begeleiding duidelijk is ondersteund door de juiste cultuur”.”

Lees meer

Recent

Ontvang het laatste nieuws

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

En blijf op de hoogte van al het De Wakkere Burger nieuws.