Terug van weggeweest bij verkiezingen: de schijnkandidaat

Na de parlementsverkiezingen kondigden al minstens twee bekende politieke koppen aan dat zij hun verkozen mandaat niet zouden invullen. Oud-voorzitter van het Vlaams parlement Jan Peumans en Brussels burgemeester Philippe Close gaven beiden, elk om eigen redenen, aan dat zij hun zetel onmiddellijk zullen doorgeven aan een opvolger. Dat lijkt oké, maar is het dat ook? Een aantal kiezers ziet zo hun stem toch in de prullenmand belanden. Is dat dan in feite geen vorm van kiezersbedrog? 

Opportunistische schijnkandidaten 

Tot 2011 waren dergelijke schijnkandidaten schering en inslag. Tot dan konden populaire politici bij de samenvallende Vlaamse en Europese verkiezingen ongestoord ‘stemmentrekker’ spelen voor beide parlementen. Zetelende parlementsleden konden ook kandidaat zijn voor de verkiezing van een ander parlement en dat nieuwe mandaat echter niet opnemen. Dit kiezersbedrog had een duidelijk strategisch doel: de electorale aantrekkingskracht van een aantal kopstukken maximaal laten renderen voor hun partij.  

De Wakkere Burger heeft zich steeds grondig verzet tegen deze opportunistische zetelcarrousel van schijnkandidaten en opvolgers. Bij elke verkiezing maakten we daarvan een duidelijk overzicht. Zo noteerden we bij de federale verkiezingen van 2007 maar liefst 17 kandidaten die onmiddellijk verzaakten aan hun mandaat. Bij de Vlaamse en Europese verkiezingen van 2009 waren dat er 18. Telkens waren deze schijnkandidaten goed voor meer dan 800.000 ‘verloren’ voorkeurstemmen.  

Het zogenaamde Vlinderakkoord uit 2011 maakte komaf gemaakt met deze praktijken. De nieuwe regel was duidelijk: wie verkozen wordt, moet die nieuwe zetel opnemen. 

Ondemocratische opvolgers 

Maar met de aankondigingen van Jan Peumans en Philippe Close duikt deze praktijk – weliswaar in beperkte mate – opnieuw op.  Peumans haalde 22.165 voorkeurstemmen binnen. Eerste opvolger Andy Pieters scoort met 7.844 stemmen toch een heel stuk lager. Meer zelfs: zijn score ligt lager dan die van alle andere effectieve kandidaten op zijn lijst. Zo kreeg de beste niet-verkozen effectieve kandidaat, Rita Moors, zelfs meer dan 12.000 stemmen achter haar naam. Ook in Brussel overtrof de score van Close (12.610) ruimschoots die van zijn opvolger (5.343).  

Dit juridisch uitsluiten zal nooit volledig lukken, maar het brengt ons bij een belangrijke vraag: is een systeem met aparte opvolgerslijsten wel wenselijk vanuit democratisch oogpunt?  Waarom mogen deze opvolgers met relatief weinig stemmen zetelen? Waarom duiden we niet gewoon de “beste verliezers” onder de effectieve kandidaten aan als eerste opvolgers?   

Politieke partijen argumenteren dan wel vaak dat deze opvolgerslijsten een ideaal instrument om kansen te geven aan nieuwe politieke talenten, die (nog) niet zo bekend zijn. Vraag blijft: moeten we voorrang geven aan het personeelsbeleid van partijen en de carrièreplanning van politici of geven we voorrang aan de democratische stem van de kiezer. Daarom lijkt het voor DWB correcter om de aparte opvolgerslijsten af te schaffen. Dat is niet alleen democratischer, het zal voor de gemiddelde kiezer waarschijnlijker ook een veel duidelijker systeem zijn. 

Wim Van Roy

Lees meer

Wat doet het provinciebestuur?

Vooral heel wat mensen is de provincie een onbekend overheidsniveau. Toch worden ook in de tien Belgische provincies op 13 oktober ook een

Recent

Ontvang het laatste nieuws

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

En blijf op de hoogte van al het De Wakkere Burger nieuws.