Te weinig repetitielokalen in de gemeente, amper speelkansen,… Het zijn maar enkele verzuchtingen van al dan niet grote muziektalenten. Vaak blijven de noden van deze muzikanten een blinde vlek voor het gemeentebeleid. Daarom lanceerde VI.BE, het vroegere Poppunt, de Popraad. Geen klassieke gemeentelijke adviesraad, maar een bevraging en inspraakvergadering met een duidelijke ambitie: duurzame verbeteringen voor de lokale muziekscene.
Waar komt het idee van de Popraden vandaan?
Korneel Boon: De Popraden zijn voortgevloeid uit een ander initiatief ‘Lokale Helden’ dat wij sinds 2015 organiseren. De formule was eenvoudig: op één avond, in zo veel mogelijk gemeenten, lokale bands en dj’s op een podium plaatsen. Wij waren al tevreden geweest met 50 optredens, maar het werden er 1.000. Er bestond duidelijk een nood aan speelkansen in de gemeenten.
Tegelijkertijd maakte Lokale Helden een grote tegenstelling zichtbaar. Heel wat mensen – ongeveer 200.000 – maken muziek in hun vrije tijd, maar hebben amper een stem in het lokale beleid. Zangkoren en fanfares vinden nog wel de weg naar de culturele adviesraad, maar ons doelpubliek niet. Onze muzikanten zijn vaak ‘do-it-yourselvers’, die zich niet echt thuis voelen binnen die formele adviesraden. Vaak vallen ze ook een beetje tussen de beleidsdomeinen Jeugd en Cultuur. Daarom zochten wij naar een oplossing voor die tegenstelling.
Stijn Lemaire: We dromen graag, maar staan met beide voeten stevig op de grond. Onze droom moet een duurzaam karakter krijgen: een beter landschap voor artiesten, doorstroomkansen voor nieuw talent… We mogen niet vergeten dat 20 jaar geleden alleen Humo’s Rock Rally bestond… and that’s it! Met die Popraden mikken we op duurzame verbeteringen voor de lokale muziekscene.
Concreet model
VI.BE bedacht een concreet model voor die Popraad. Wat zijn daarbij de verschillende tussenstappen?
Boon: Wanneer een gemeente aan de slag gaat met het idee, sturen wij enkele weken voor de bijeenkomst een enquête naar de plaatselijke muzikanten over vier verschillende domeinen: speelkansen, repetitiemogelijkheden, netwerking en ondersteuning. Wij kunnen die muzikanten vlot contacteren omdat onze website ook een platform is waarop meer dan 19.000 bands, muzikanten en dj’s uit Vlaanderen en Brussel een eigen profiel hebben. Bovendien: als VI.BE aan muzikanten meldt dat het de krachten bundelt met hun lokaal bestuur, dat ze een unieke kans krijgen om hun stem te laten horen… dan komt die boodschap ook geloofwaardig over. We hebben toch een vertrouwensband met hen. Voor gemeentebesturen is dat minder evident.
En de bijeenkomst zelf: hoe verloopt die?
Boon: Op de Popraad zelf presenteren we de resultaten van de enquête. Hoe muziekvriendelijk is de gemeente? Welke noden leven in de lokale muziekscene? De aanwezigen kunnen over die resultaten ook inhoudelijk debatteren. Wanneer bijvoorbeeld veel lokale muzikanten aangeven dat ze voor repetitieruimten uitwijken naar buurgemeenten, dan kunnen wij op de Popraad de vraag stellen: Wie zit in die situatie? Hoe komt dat? Dat is interessante informatie voor het gemeentebestuur: de cijfers van de enquête worden extra gestoffeerd door persoonlijke ervaringen.
In feite gaat het helemaal niet over een structurele adviesraad, eerder over één evenement. Waarom toch die naam Popraad?
Lemaire: Eigenlijk vonden we ‘Popraad’ zelf best een sexy woord. Ondanks de mogelijke verwarring bleef het dus overeind. En ook volgens lokale ambtenaren en schepenen vatte ‘Popraad’ het concept goed samen: een eenmalig innovatief participatiemoment voor een doorgaans moeilijk bereikbaar doelpubliek.
Boon: We zijn erg duidelijk dat het niet gaat over een nieuwe adviesraad. Dat zou lokale besturen waarschijnlijk afschrikken. We zochten ook geen concurrentie met bestaande adviesorganen.
Kleine realisaties met veel effect
Mikt VI.BE met de Popraad op een vooraf vastgesteld einddoel? Of zien jullie het als een open proces?
Lemaire: Wij laten dat heel open. Gemeenten zijn ook heel verschillend. Sommige cultuurdiensten gaan snel aan de slag met de input op zoek naar enkele quick-wins, andere kijken meer naar de lange termijn en gaan op zoek naar budgetten of verankering in het meerjarenplan.
Boon: We vertrekken inderdaad niet van het idee dat de gemeente een repetitiekot van 1 000 000 euro moet bouwen. We geloven ook in kleine realisaties met veel effect. De Popraad heeft dan wel geen vaste uitkomst, maar we maken aan de deelnemende gemeenten wel duidelijk dat een Popraad geen eind-, maar een startpunt is. Het gemeentebestuur moet toch het engagement aangaan om aan de slag te gaan met de resultaten.
Een Popraad heeft een vaste methodiek, maar het vervolg is anders per gemeente. Op een aantal plaatsen bleef het bij één evenement, op andere plaatsen voorziet men een nieuwe Popraad na één of twee jaar. Nog andere gemeenten willen een nieuwe Popraad pas organiseren wanneer er een belangrijke beslissing op de agenda komt. Geen probleem! Ook dat is een interessante aanpak. We kennen genoeg pijnlijke verhalen van gemeenten die stevig investeerden in een nieuwe repetitieruimte en achteraf onbenut bleven. Men had de muzikanten niet op voorhand betrokken bij dat dossier. Terwijl die snel hadden kunnen aangeven waar en waarom de plannen niet voldeden. Op voorhand de verwachtingen van alle betrokken in kaart brengen, zou nog meer een reflex moeten worden – of het nu gaat over muziek of een andere thema.
Lemaire: Een gemeentebestuur zou het Popraad-concept inderdaad ook kunnen toepassen voor graffitikunstenaars, schrijvers… of evengoed sporters.
Resultaten
Hebben jullie zicht op concrete realisaties van gemeentebesturen na afloop van het participatieproces?
Boon: In 20 van de 30 gemeenten zien we echte resultaten. Het viel me op dat er veel welwillende mensen aan tafel zitten. Er zijn kleine realisaties zoals gemeentelijke diensten die een facebookgroep lanceerden voor netwerking met muzikanten. In een kleinere, landelijke gemeente kregen muzikanten tijdelijk onderdak in een oude brandweerkazerne.
Wat mij vooral opvalt, is dat ons thema op een aantal plaatsen écht een plaats heeft gekregen in het lokale beleid. Zo nam de stad Sint-Niklaas voor het eerst het begrip ‘muziekbeleid’ op in de nieuwe meerjarenplanning. Ook Mechelen en Diest namen acties op in dat plan. Dat weet je toch dat daar de komende jaren iets zal bewegen.
Lemaire: Niet alle gemeenten weten goed hoe ze aan de slag kunnen met de resultaten. Sommige laten achteraf alles weer over aan de muzikanten zelf. VI.BE is echter enorm gemotiveerd om de gemeenten op sleeptouw te nemen. Daarom brengen we op 14 mei (zie kader nvdr.) een nieuwe publicatie uit met daarin al onze ervaringen, kennis en ideeën uit Lokale Helden en de Popraden. Die hebben we gebundeld in stappenplannen en fiches voor een beter lokaal muziekbeleid- vooral op maat van kleinere steden en gemeenten trouwens.
‘Doe daar iets mee!’, is onze boodschap. Daarvoor moet een gemeentedienst niet eens zelf over alle kennis beschikken. Ze moeten niet alles zelf willen organiseren: word regisseur of netwerkmakelaar voor het lokale muziekgebeuren, breng die mensen samen, faciliteer de muziekscene… Dat heeft een veel duurzamer potentieel, denken we.
Daarom verzamelen we die lokale ambtenaren ook in een focusgroep. Onze eerste golf van Popraden lokte heel wat vragen uit: topinitiatief, maar wat nu? Twee maar per jaar brengen we hen nu samen: om ervaringen uit te wisselen, om elkaar te inspireren…
Nog een slotvraagje: participatie trekt vaak hetzelfde, weinig divers, publiek aan. Deed VI.BE speciale inspanningen voor een meer diverse betrokkenheid?
Lemaire: In het kader van het Integratiepact hadden we bij Lokale Helden in 2019 een straffe samenwerking met het Internationaal Comité, een multiculturele federatie van etnisch-culturele organisaties. Zo konden we via hun netwerken ook aan mensen met een migratiegeschiedenis vragen om mee optredens te organiseren of om zelf op het podium te staan. Een gevolg daarvan is dat VI.BE vandaag nog steeds een directe lijn heeft met het Internationaal Comité om die plaatselijke etnisch-culturele verenigingen ook te betrekken bij een Popraad. In cultuur- of andere adviesraden ontbreekt die doelgroep, terwijl ze vaak wel mee willen praten.
En uiteindelijk blijft muziek toch een geweldig instrument om mensen te verbinden.