Het Vlaams Parlement keurde gisteren een decreet goed dat het verloop van de lokale verkiezingen ingrijpend wijzigt. Meest opvallend daarbij is de afschaffing van de opkomstplicht: de kiezer zal vanaf 2024 dus niet meer moeten deelnemen aan deze stembusgang. Verder wil het nieuwe decreet de kiezer een meer directe greep geven op de samenstelling van de lokale bestuursorganen. Zo zullen we in de toekomst onze burgemeesters ‘semi-rechtstreeks’ verkiezen. Ook wordt het effect van de lijststemmen geneutraliseerd. Die ingrepen moeten de particratie terugdringen. Het decreet werd meerderheid tegen oppositie goedgekeurd.
Einde (lokale) opkomstplicht
In oktober 2024 zal de kiezer dus zelf mogen beslissen of hij al dan niet een stem uitbrengt op zijn favoriete partijen en kandidaten voor de gemeenteraad. De stemplicht werd in 1893 ingevoerd als een bescherming voor de kiezer. Op die manier konden fabriekseigenaren en grondbezitters hun arbeiders en pachters niet langer onder druk zetten om geen stem uit te brengen – om zo hun politieke overwicht te bewaren. Opkomstplicht was zo een aanvulling bij het stemgeheim, dat de vrije keuze al eerder beschermde.
Vandaag zou dat argument niet meer tellen, stellen voorstanders van de afschaffing. Zij vinden de verplichting een aantasting van de vrijheden van de burgers. Zij vinden het een democratisering omdat partijen nu meer inspanningen moeten doen om de kiezer te overtuigen, te informeren… Zij verwijzen ook naar het buitenland, waar die verplichting bijna nergens nog bestaat.
Tegenstanders vrezen dan weer hogere participatiedrempels: sociaal zwakkere groepen zouden als eerste afhaken en hun belangen zouden dus minder meetellen in het beleid. Ook ondermijnt een eventuele lage opkomst de legitimiteit van de politieke besluitvorming.
Ter info: Men spreekt vaak over ‘opkomstplicht’ in plaats van ‘stemplicht’, omdat kiezers in feite wel verplicht waren om naar stemlokaal te komen, maar niet om een échte stem uit te brengen voor de een of de andere partij. Want zij konden ook blanco stemmen. Die blanco-stemmen gaan – in tegenstelling tot de foutieve verhalen – niet automatisch naar de grootste partij of naar de meerderheid. Men telt die stemmen gewoon niet mee bij de zetelverdeling.
Nog even dit: de opkomstplicht verdwijnt alleen bij de lokale verkiezingen in het Vlaamse Gewest. Bij de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen blijft de deelname wel verplicht. Dat zal in 2024 tot de enigszins verwarrende situatie leiden dat de kiezers net voor de zomer moeten stemmen voor de verschillende parlementen, maar na de zomer mogen stemmen voor de gemeenteraad.
— Zie onze opinie over stemplicht onderaan deze pagina
Burgemeester (wat meer) direct verkozen
De kiezer krijgt in 2024 ook meer greep op wie het mandaat als burgemeester zal uitoefenen. Tot nu was dit mandaat de hoofdvogel bij onderhandelingen over een bestuursmeerderheid. Vlaanderen neemt het systeem over dat het Waalse Gewest eerder al invoerde. In de toekomst zal de kandidaat met de meeste voorkeurstemmen, van de grootste lijst die (na de onderhandelingen) tot de meerderheid behoort automatisch de burgemeestersjerp ontvangen. Dat moet alle partijpolitiek getouwtrek over dat mandaat – met alle bijhorende deals – overbodig maken. In de laatste twee jaar voor de volgende verkiezingen kan die burgemeester zijn mandaat wel afstaan aan iemand anders. Bv. om een beloftevolle jonge kandidaat in pole position te zetten bij de volgende verkiezingen. Toch wee een beetje particicratie, zeggen critici.
Opgelet: de kandidaat of partij met de meeste stemmen is dus niet zeker van het burgemeesterschap. Wanneer kleinere partijen samen een coalitie op de been brengen, kunenn lokale stemmenkampioenen nog steeds naast de sjerp grijpen.
Lijststemmen geneutraliseerd
De lijststem - het bolletje bovenaan elke kieslijst - zal geen invloed meer hebben op welke kandidaten een zetel binnenhalen. De kandidaten met de meeste stemmen achter hun naam, zullen worden verkozen. Hun plaats op de kieslijst zal dus niet langer van belang zijn. Wie hoog op de lijst stond en zelf weinig stemmen had gekregen, profiteerde van de overdracht van deze lijststemmen en kon zo toch verkozen geraken. De plaats op de lijst - bepaald door de partij - was voor sommige minder populaire of bekende kandidaten cruciaal voor hun kansen op een zetel.
In de toekomst geeft de stem van de kiezer dus de doorslag en niet meer de strategische keuzes van het partijbestuur. Al moet de invloed van deze maatregel niet worden overschat. De invloed van de lijststem en de lijstvolgorde was al een tijdje gereduceerd. Wel wordt verwacht dat de rangschikking van de opvolgers zal wijzigen. En dat heeft na een paar jaar – door ontslagen en vervangingen – wel een effect op de samenstelling.
Wat verandert niet?
Vanuit de oppositie werden o.m. amendementen ingediend voor een meer proportionele zetelverdeling. Deze voorstellen haalden geen meerderheid in het parlement. Lokaal blijft het systeem-Imperiali van kracht. Dat systeem geeft, in vergelijking met het meer evenredige systeem-D’Hondt van de parlementsverkiezingen, een duidelijk voordeel aan grootste politieke partijen. Dat moet ‘kunstmatig’ zorgen voor absolute meerderheden of minstens voor vlotte coalitievormingen.
Ook andere amendementen die de vertegenwoordiging van beide geslachten beter wilden garanderen in gemeenteraad en schepencollege zijn verworpen.
Opinie: stemplicht / stemrecht
De Wakkere Burger vindt de afschaffing van de opkomstplicht niet noodzakelijk een democratische stap vooruit. Wij vertrekken van het principe dat iedereen die ‘geraakt’ wordt door een beleidsmaatregel, maximale kansen moet krijgen op inspraak in dat beleid. Bij verkiezingen gaat het dus over een gelijke kans voor letterlijk iedereen, uit welke maatschappelijke groep dan ook. Dit “iedereen-mee-principe” is voor ons fundamenteel: wij willen een democratie van en voor iedereen. Dat een deel van het kiespubliek zal afhaken lijkt onvermijdelijk. Dat bepaalde zwakkere groepen dat meer zullen doen ook. Dat maakt deze maatregel niet neutraal. Daarom steunden we in april al deze opinietekst.
Het vertrouwen in de politiek zal niet terugkeren door minder mensen te betrekken!
Beweging.net, ACV, WSM, KAJ, Minderhedenforum, Orbitvzw/bondgenoot in superdiversiteit & migratie , Okra, De Wakkere Burger, Pasar, Welzijnszorg, Pax Christi, Internationaal Comité, Samana, Femma, Samenlevingsopbouw
Het vormde geen majeur deel van de Vlaamse verkiezingscampagne, de afschaffing van de opkomstplicht voor provincie- en gemeenteraad. Toch verscheen het als een fait divers, bij nacht en ontij, in het regeerakkoord en zal het straks onderwerp van gesprek zijn in het parlement.
‘Ook de politiek moet meegaan met haar tijd. Burgers krijgen meer inspraak bij lokale verkiezingen. We schaffen de opkomstplicht af, net zoals de lijststem. En we geven de burger meer invloed op de verkiezing van de burgemeester.’
Vol goede intenties, zo blijkt uit de bovenstaande zinssnede. Meegaan met zijn tijd, inspraak en impact geven aan burgers. En zo het vertrouwen in de politiek herstellen. Doelstellingen waar ook wij volmondig achter staan. Maar het instrument is vreemd gekozen. Politicoloog Tom Van der Meer noemt verkiezingen niet voor niets de meest inclusieve, egalitaire manier om je stem te laten horen. Dat “iedereen-mee- principe” is voor ons fundamenteel: wij willen een democratie van en voor iedereen.
We dreigen een belangrijk deel van de stemmen te verliezen
Natuurlijk zijn geen twee democratieën 100% vergelijkbaar en zijn exacte cijfervergelijkingen onmogelijk. Toch is er één zekerheid: afschaffen van (of: de afwezigheid van) de opkomstplicht op zich leidt tot een lagere opkomst. Onderzoek over nationale verkiezingen spreekt over een impact van 10 à 15 %. In Nederland bijv. daalde het opkomstpercentage van 94% in 1970 (toen bestond de opkomstplicht nog) tot net onder de 80% vandaag. De cijfers voor provinciale en gemeentelijke verkiezingen liggen er nog een pak lager! Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 was de opkomst 55%; bij de provinciale verkiezingen in 2015 en 2019 net of net niet de helft. Als het even tegenzit, brengt straks dus ook in de Vlaamse gemeenten nog slechts de helft van het kiespubliek zijn stem uit.
Je kan natuurlijk heel pragmatisch stellen dat het afschaffen van de opkomstplicht “gewoon” een aanpassing is van de regelgeving aan de realiteit van de dalende participatie sedert de jaren ’80. Maar de keuze is dus niet neutraal en zal het aantal afhakers nog doen toenemen.
Een democratie voor geïnteresseerden of voor iedereen
Nog prangender wordt die vraag als je gaat kijken naar het effect van bepaalde kiezersprofielen, zoals het opleidingsniveau, op de verwachte participatie. Onderzoek wijst uit dat van de laaggeschoolden amper 25 à 30% zeker nog zou stemmen als er geen opkomstplicht was. Voor hoger opgeleiden loopt dit op tot 67%. Zonder opkomstplicht boet je niet alleen procentueel in op representativiteit, maar vervreemd je grote groepen mensen van het politiek systeem. Ironisch hoe een “modernisering” van de politiek een stapje terug richting Oude Grieken lijkt: een bijzonder performante democratie … voor enkelingen.
Sommigen zullen opperen dat het een goede zaak is dat enkel ‘beter geïnformeerden’ nog gaan stemmen. Dat argument verwerpen wij ten stelligste: er speekt een enorm dedain uit en de miskenning van de realiteit van de levens van vele mensen.
Het helder stellen van de doelstelling
Wat is de echte doelstelling van deze maatregel? “Modernisering” van de politiek lijkt ons toch wat schraal, want op zich inhoudsloos, voor een dergelijke ingreep.
Het vertrouwen in de politiek herstellen dan? In die doelstelling kunnen wij inkomen. Laag vertrouwen in de politiek en de instellingen leidt tot een lagere opkomst. Dat is een feit. En helaas scoort ons land niet hoog wat dat vertrouwen betreft. Dat vertrouwen moet omhoog, die ambitie delen we. Dat maakt de vraag of de afschaffing van de opkomstplicht het vertrouwen zal verhogen fundamenteel. Helaas hebben wij geen enkele indicatie dat dat effectief het geval is.
Andere instrumenten lijken meer geschikt: investeren in goed werkende instellingen, een sterke tussentijdse participatie, een goede communicatie, mensen sensibiliseren over het belang van de democratie, …. De lokale politiek zal dus extra inspanningen moeten leveren om de schade van een verkleind draagvlak te herstellen.
De argumenten die aangehaald worden in het debat doen veeleer vermoeden dat men vooral de uitkomst van het democratisch proces wil beïnvloeden. Een strategisch motief dus. Als er al vooraf electorale winst wordt uitgeteld door het uitschakelen van de foert- en de blancostemmen, is dat heel kortzichtig. Er bestaat geen enkele betrouwbare voorspelling naar welke ideologische strekking de winst zou gaan. Bovendien: een foertstem is ook een mening. En in een gezonde democratie mag die gehoord worden. Het herwinnen van vertrouwen in de politiek en de democratie komt volgens ons door het voeren van impactvol beleid en door het betrekken van burgers en middenveld. Niet door het afschaffen van de belangrijkste indicator die wijst op haar tekorten.
Laten we daarom dit debat de ruimte en de breedte geven die het echt verdient. Het afschaffen van de opkomstplicht is geen fait divers. Het verdient een gesprek met alle burgers, een gesprek in de spotlight, geen verdoken beslissing in de marge. Het gaat hier om een fundament van onze democratie en daar hoort iedereen deel van te zijn.