OPINIE – De Vlaamse regering heeft vandaag besloten om de spelregels bij de lokale verkiezingen grondig te hervormen. Zo zal er bij de stembusgang in 2024 geen opkomstplicht meer bestaan. Ook de lijststem zal verdwijnen en de kiezer krijgt ook een meer directe greep op wie burgemeester wordt. Het Vlaams Parlement moet deze nieuwe regels wel nog bespreken en goedkeuren.
Bizar resultaat: In 2024 zal de kiezer voor de zomer naar de stembus moéten voor de parlementsverkiezingen en na de zomer naar de stembus mogen voor de lokale verkiezingen.
Opkomstplicht verdwijnt
In de toekomst is deelname aan de stemming niet langer verplicht voor gemeente en provincie. Stemplicht wordt stemrecht. “In de toekomst zullen kandidaten de burger moeten overtuigen om te gaan stemmen”, zegt Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Somers daarover. “Dat zal leiden tot een versterking van het debat. Elke partij zal de democratie op zich moeten verdedigen en uitleggen waarom stemmen belangrijk is”.
Kritische kijk: De Wakkere Burger vindt deze ingreep niet noodzakelijk een democratische verbetering. Wij vertrekken van het principe dat iedereen die ‘geraakt’ wordt door een beleidsmaatregel, maximale kansen moet krijgen op inspraak in dat beleid. Bij verkiezingen gaat het dus over een gelijke kans voor letterlijk iedereen, uit welke maatschappelijke groep dan ook. Verkiezingen zijn nu eenmaal de meest inclusieve, egalitaire manier daarvoor. Dit “iedereen-mee-principe” is voor ons fundamenteel: wij willen een democratie van en voor iedereen.
Een deel van het kiezerspubliek zal onvermijdelijk afhaken. Dat tonen buitenlandse cijfers duidelijk aan. Maar nog belangrijker - en gevaarlijker - is dat deze thuisblijvers niet gelijk vertegenwoordigd zullen zijn in alle lagen van de samenleving. Deze maatregel is dus niet neutraal. Zwakkere groepen, laagopgeleide mensen… blijken het meest af te haken. Worden hun belangen dan nog even sterk verdedigd in de gemeenteraad?
Of zoals Beweging.net het uitdrukte in een opiniestuk dat wij mee onderschreven: “Het vertrouwen in de politiek zal niet terugkeren door minder mensen te betrekken!” (zie lager)
Lijststem finaal afgeschaft
De lijststem – het bolletje bovenaan elke kieslijst – zal in de toekomst geen invloed meer hebben: in de toekomst zullen alleen de naamstemmen voor één of meerdere kandidaten nog meetellen voor wie een zetel mag innemen voor zijn partij. Hun plaats op de kieslijst zal dus niet langer van belang zijn. Wie hoog op de lijst stond en zelf weinig stemmen had gekregen, kreeg extra lijststemmen toegewezen en kon zo toch verkozen geraken. De plaats op de lijst – bepaald door de partij – was voor sommige minder populaire of bekende kandidaten cruciaal voor hun kansen op een zetel. In de toekomst krijgt de kiezer dus meer greep op wie zetelt. Het effect van de lijststem was al een tijdje gereduceerd, maar in de toekomst zal de invloed nog verder verschuiven van de partijbesturen naar de burgers.
— Lees ook: “Lijststem: democratische vloek of zegen” (webartikel 2019)
Burgemeester (wat meer) direct verkozen
De kiezer krijgt ook meer greep op wie het mandaat als burgemeester zal uitoefenen. Tot nu was deze functie steeds de hoofdvogel bij onderhandelingen over een bestuursmeerderheid. In de toekomst zullen afspraken daarover tussen partijen of binnen een partij overbodig zijn. De Vlaamse regering neemt immers het Waalse model over: de kandidaat met de meeste stemmen, van de grootste fractie in de meerderheid wordt automatisch burgemeester. Ook hier geldt volgens minister Somers: “Minder particratie en meer democratie”.
Opgelet: wanneer de partij van de lokale stemmenkampioen niet in de lokale coalitie geraakt, zal uiteindelijk toch iemand met minder stemmen de burgemeestersjerp omgorden.
Zetelverdeling verandert niet
De Vlaamse regering verandert niets aan de manier hoe de zetels worden verdeeld tussen de partijen. Lokaal blijft het systeem-Imperiali van kracht. Dat systeem levert, in vergelijking met het meer evenredige systeem-D’Hondt van de parlementsverkiezingen, een duidelijk voordeel op voor de grote politieke partijen. Dat moet ‘kunstmatig’ zorgen voor absolute meerderheden of minstens voor vlotte coalitievormingen – ook zonder een absolute meerderheid in het aantal stemmen.
Opiniestuk
Het vertrouwen in de politiek zal niet terugkeren door minder mensen te betrekken!
“De afschaffing van de opkomstplicht zal niet leiden tot een sterkere democratie”
Namens: Beweging.net, ACV, WSM, KAJ, Minderhedenforum, Orbitvzw/bondgenoot in superdiversiteit & migratie , Okra, De Wakkere Burger, Pasar, Welzijnszorg, Pax Christi, Internationaal Comité, Samana, Femma, Samenlevingsopbouw
Het vormde geen majeur deel van de Vlaamse verkiezingscampagne, de afschaffing van de opkomstplicht voor provincie- en gemeenteraad. Toch verscheen het als een fait divers, bij nacht en ontij, in het regeerakkoord en zal het straks onderwerp van gesprek zijn in het parlement.
‘Ook de politiek moet meegaan met haar tijd. Burgers krijgen meer inspraak bij lokale verkiezingen. We schaffen de opkomstplicht af, net zoals de lijststem. En we geven de burger meer invloed op de verkiezing van de burgemeester.’
Vol goede intenties, zo blijkt uit de bovenstaande zinssnede. Meegaan met zijn tijd, inspraak en impact geven aan burgers. En zo het vertrouwen in de politiek herstellen. Doelstellingen waar ook wij volmondig achter staan.
Maar het instrument is vreemd gekozen. Politicoloog Tom Van der Meer noemt verkiezingen niet voor niets de meest inclusieve, egalitaire manier om je stem te laten horen. Dat “iedereen-mee- principe” is voor ons fundamenteel: wij willen een democratie van en voor iedereen.
We dreigen een belangrijk deel van de stemmen te verliezen
Natuurlijk zijn geen twee democratieën 100% vergelijkbaar en zijn exacte cijfervergelijkingen onmogelijk. Toch is er één zekerheid: afschaffen van (of: de afwezigheid van) de opkomstplicht op zich leidt tot een lagere opkomst. Onderzoek over nationale verkiezingen spreekt over een impact van 10 à 15 %. In Nederland bijv. daalde het opkomstpercentage van 94% in 1970 (toen bestond de opkomstplicht nog) tot net onder de 80% vandaag. De cijfers voor provinciale en gemeentelijke verkiezingen liggen er nog een pak lager! Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 was de opkomst 55%; bij de provinciale verkiezingen in 2015 en 2019 net of net niet de helft. Als het even tegenzit, brengt straks dus ook in de Vlaamse gemeenten nog slechts de helft van het kiespubliek zijn stem uit.
Je kan natuurlijk heel pragmatisch stellen dat het afschaffen van de opkomstplicht “gewoon” een aanpassing is van de regelgeving aan de realiteit van de dalende participatie sedert de jaren ’80. Maar de keuze is dus niet neutraal en zal het aantal afhakers nog doen toenemen.
Een democratie voor geïnteresseerden of voor iedereen
Nog prangender wordt die vraag als je gaat kijken naar het effect van bepaalde kiezersprofielen, zoals het opleidingsniveau, op de verwachte participatie. Onderzoek wijst uit dat van de laaggeschoolden amper 25 à 30% zeker nog zou stemmen als er geen opkomstplicht was. Voor hoger opgeleiden loopt dit op tot 67%. Zonder opkomstplicht boet je niet alleen procentueel in op representativiteit, maar vervreemd je grote groepen mensen van het politiek systeem. Ironisch hoe een “modernisering” van de politiek een stapje terug richting Oude Grieken lijkt: een bijzonder performante democratie … voor enkelingen.
Sommigen zullen opperen dat het een goede zaak is dat enkel ‘beter geïnformeerden’ nog gaan stemmen. Dat argument verwerpen wij ten stelligste: er speekt een enorm dedain uit en de miskenning van de realiteit van de levens van vele mensen.
Het helder stellen van de doelstelling
Wat is de echte doelstelling van deze maatregel? “Modernisering” van de politiek lijkt ons toch wat schraal, want op zich inhoudsloos, voor een dergelijke ingreep.
Het vertrouwen in de politiek herstellen dan? In die doelstelling kunnen wij inkomen. Laag vertrouwen in de politiek en de instellingen leidt tot een lagere opkomst. Dat is een feit. En helaas scoort ons land niet hoog wat dat vertrouwen betreft. Dat vertrouwen moet omhoog, die ambitie delen we. Dat maakt de vraag of de afschaffing van de opkomstplicht het vertrouwen zal verhogen fundamenteel. Helaas hebben wij geen enkele indicatie dat dat effectief het geval is.
Andere instrumenten lijken meer geschikt: investeren in goed werkende instellingen, een sterke tussentijdse participatie, een goede communicatie, mensen sensibiliseren over het belang van de democratie, …. De lokale politiek zal dus extra inspanningen moeten leveren om de schade van een verkleind draagvlak te herstellen.
De argumenten die aangehaald worden in het debat doen veeleer vermoeden dat men vooral de uitkomst van het democratisch proces wil beïnvloeden. Een strategisch motief dus. Als er al vooraf electorale winst wordt uitgeteld door het uitschakelen van de foert- en de blancostemmen, is dat heel kortzichtig. Er bestaat geen enkele betrouwbare voorspelling naar welke ideologische strekking de winst zou gaan. Bovendien: een foertstem is ook een mening. En in een gezonde democratie mag die gehoord worden. Het herwinnen van vertrouwen in de politiek en de democratie komt volgens ons door het voeren van impactvol beleid en door het betrekken van burgers en middenveld. Niet door het afschaffen van de belangrijkste indicator die wijst op haar tekorten.
Laten we daarom dit debat de ruimte en de breedte geven die het echt verdient. Het afschaffen van de opkomstplicht is geen fait divers. Het verdient een gesprek met alle burgers, een gesprek in de spotlight, geen verdoken beslissing in de marge. Het gaat hier om een fundament van onze democratie en daar hoort iedereen deel van te zijn.