Heel wat burgerinitiatieven bestaan dankzij hun zeer gedreven vrijwilligers. Toch gaat de omgang met vrijwilligers wel vaker gepaard met een heuse zoektocht naar een engagement op maat. Volgens expert vrijwilligersbeleid Joris Piot kan zowel het burgerinitiatief als de overheid hier een waardevolle rol in spelen. Hij geeft een aantal interessante tips.
Voor de burger-vrijwilliger
- Denk als trekker van bij het prille begin na over je opvolging
In een burgerinitiatief heb je vaak één heel sterke centrale figuur die (te) veel taken en verantwoordelijkheden op zich neemt. Hoewel dit vaak goedbedoeld is, is dit op termijn niet alleen nefast voor de eigen zelfzorg, maar even goed voor het voorbestaan van het initiatief. Andere vrijwilligers zullen denken dergelijke taken nooit zo goed als de trekker te kunnen vervullen, en ze dan ook niet snel op zich pakken. Wanneer die centrale persoon dan opeens wegvalt, staat er geen opvolging klaar. Het is dan ook belangrijk dat je al als trekker vroeg de verantwoordelijkheid probeert te verdelen met zoveel mogelijk mensen. Dat kan je doen door kleine taken te voorzien die niet al te veel engagement vragen, maar waarmee je wel veel kan bijleren. Bij Velt laten ze vrijwilligers voor de bestuursorganen bijvoorbeeld het eerste jaar meedraaien zonder hen al te veel verantwoordelijkheid te geven. Door gewoon al mee te draaien, kunnen ze al eens proeven van het werk als bestuurder. Als ze dan uiteindelijk afhaken, is dat ook ok natuurlijk.…
- Hou ruimte over om in te kunnen spelen op onverwachte kansen
Burgerinitiatieven bestaan dankzij zeer gedreven vrijwilligers. Maar door hun enthousiasme nemen die vrijwilligers soms wat te veel hooi op hun vork. ‘Nee’ zeggen is vaak moeilijk voor geëngageerde burgers. Daardoor houden ze nog te weinig inzetbare vrije tijd over om te kunnen inspelen op onverwachte kansen. Een potentieel nieuwe vrijwilliger met een innovatief idee krijgt daardoor soms geen kans om dat uit te werken, omdat het programma overvol zit. Op dezelfde manier moet men soms zo een interessante vraag vanuit de gemeente laten passeren. Soms soupeert ook het blijvend herhalen van bestaande activiteiten alle vrijwillige tijd op. Het kan dus zeker geen kwaad om in een goed overleg een gekende activiteit te schrappen.
- Blijft bewust open naar anderen
Burgerinitiatieven die al langer bestaan, hebben vaak de neiging om zich in zichzelf te keren. Ze denken vaak dat ze door hun jarenlange ervaring geen nood meer hebben aan externe inbreng. Groepsdynamisch evolueert het burgerinitiatief dan naar een hechtere groep met een sterkere groepsidentiteit. Onbedoeld gevolg hiervan: ze staan minder open voor nieuwkomers. Die worden nog wel welkom geheten, maar dienen zich vervolgens subtiel in te passen aan de bestaande manier van werken. Zo verliest het burgerinitiatief langzaam zijn contact met de omgeving, waardoor ze minder op de hoogte blijven van wat er allemaal speelt en ze steeds moeilijker nieuwe vrijwilligers vinden.
Voor lokale besturen
- Zoek contact met burgerinitiatieven en breng ze samen
Lokale besturen zetten nog steeds vooral in op adviesraden om in contact te treden met hun burgers. Op die manier missen ze echter de aansluiting met het grootste deel van hun bevolking, waaronder ook de burgerinitiatieven. Besturen kennen doorgaans enkel de initiatieven die beroep doen op steun vanuit de gemeente. Om echt te weten wat er in je gemeente beweegt, is het als lokaal bestuur essentieel dat je personen in dienst hebt die sterk inzetten op contact met de burgers, maar even goed tussen burgers onderling. Zo ontmoette ik onlangs een cultuurbeleidscoördinator in Herselt die door zijn ervaring en toegankelijke karakter een ongelooflijk goed overzicht had van de vrijwilligersinitiatieven die in zijn gemeente actief waren. Dat hij volop gesteund werd door een bevlogen schepen die sterk inzet op sociale cohesie, was extra stimulerend. Een goed overzicht van het vrijwillig engagement in je gemeente kan overigens een interessante basis zijn om geïnteresseerde vrijwilligers te matchen aan activiteiten en initiatieven. Kijk bijvoorbeeld naar wat Wout Plasmans doet met zijn talentenbank in Aarschot.
- Pols naar vrijwilligers hun noden en vragen
Het valt me op dat ondersteuners en besturen soms te snel met een aanbod komen, terwijl burgerinitiatieven er zelf nog niet uit zijn of dit mogelijk interessant is voor hen. Vaak hebben deze groepen totaal niet door dat ze op bepaalde vlakken niet goed bezig zijn. Ook om deze reden is het belangrijk om burgers in eerste instantie samen te brengen en te polsen naar wat hun specifieke noden en vragen zijn. Zo kan je maatwerk bieden en op vraag werken. Een dergelijk uitgangspunt is niet makkelijk, want het vereist een heel andere aanpak dan gemeentebesturen gewoon zijn. Politici worden vaak zenuwachtig als ze niet snel kunnen uitpakken met concrete maatregelen en realisaties, maar een aanpak op maat zal op termijn wel haar vruchten afwerpen.
- Voer als overheid ook zelf veranderingen door
Er zijn heel wat maatregelen die je als overheid kan nemen om actieve burgers te ‘ontzorgen’. Maak afspraken tussen diensten zodat burgerinitiatieven sneller hun weg vinden. Ga op zoek naar meer flexibele en juridische oplossingen voor bepaalde problemen, bijvoorbeeld voor het ter beschikking stellen van publieke ruimte. Er zijn zoveel drempels die burgerinitiatieven moeten overwinnen om iets te realiseren, dat ze wel wat zuurstof kunnen gebruiken. Men heeft het altijd over zuurstof geven aan het bedrijfsleven, waarom zou dat voor burgerinitiatieven dan niet kunnen?
Meer info over burgerinitiatieven en vrijwilligerswerk lees je in het maartnummer van TerZake Magazine.