Binnen exact één jaar trekken we naar het stemhokje om een nieuw lokaal bestuur te kiezen. Maar de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 zullen er heel anders uitzien dan wat we gewoon zijn. Wij sommen even op wat er juist verandert.
Einde opkomstplicht
In de zomer van 2021 besliste het Vlaams parlement om de opkomstplicht bij de gemeenteraadsverkiezingen af te schaffen. In oktober 2024 zal de kiezer dus zelf mogen beslissen of hij al dan niet een stem uitbrengt op zijn favoriete partijen en kandidaten voor de gemeenteraad. De stemplicht werd in 1893 ingevoerd als een bescherming voor de kiezer. Op die manier konden fabriekseigenaren en grondbezitters hun arbeiders en pachters niet langer onder druk zetten om geen stem uit te brengen – om zo hun politieke overwicht te bewaren. Opkomstplicht was zo een aanvulling bij het stemgeheim, dat de vrije keuze al eerder beschermde.
Vandaag zou dat argument niet meer tellen, stellen voorstanders van de afschaffing. Zij vinden de verplichting een aantasting van de vrijheden van de burgers. Zij vinden het een democratisering omdat partijen nu meer inspanningen moeten doen om de kiezer te overtuigen, te informeren… Zij verwijzen ook naar het buitenland, waar die verplichting bijna nergens nog bestaat.
Tegenstanders vrezen dan weer hogere participatiedrempels: sociaal zwakkere groepen zouden als eerste afhaken en hun belangen zouden dus minder meetellen in het beleid. Ook ondermijnt een eventuele lage opkomst de legitimiteit van de politieke besluitvorming.
De opkomstplicht verdwijnt wel alleen bij de lokale verkiezingen in het Vlaamse Gewest. Bij de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen blijft de deelname wel verplicht. Dat zal in 2024 tot de enigszins verwarrende situatie leiden dat de kiezers net voor de zomer moeten stemmen voor de verschillende parlementen, maar na de zomer mogen stemmen voor de gemeenteraad.
Buitenlandse cijfers, zoals de recente cijfers uit Nederland, tonen aan dat een deel van het kiezerspubliek onvermijdelijk zal afhaken. ‘Wij vrezen dat er een lagere opkomst zal zijn, vooral onder specifieke bevolkingsgroepen. Namelijk de socio-economisch zwakkere groepen in de samenleving die sowieso al niet gemakkelijk connecteren met het politieke gebeuren. Net die groep dreigen we te verliezen’, stelt politicoloog Karen Celis. Zij uitte samen met een twintigtal politieke wetenschappers kritiek op de afschaffing van de lokale opkomstplicht.
Burgemeester (wat meer) direct verkozen
De kiezer krijgt in 2024 ook meer greep op wie het mandaat als burgemeester zal uitoefenen. Tot nu was dit mandaat de hoofdvogel bij onderhandelingen over een bestuursmeerderheid. Vlaanderen neemt het systeem over dat het Waalse Gewest eerder al invoerde. In de toekomst zal de kandidaat met de meeste voorkeurstemmen, van de grootste lijst die (na de onderhandelingen) tot de meerderheid behoort automatisch de burgemeestersjerp ontvangen. Dat moet alle partijpolitiek getouwtrek over dat mandaat – met alle bijhorende deals – overbodig maken. In de laatste twee jaar voor de volgende verkiezingen kan die burgemeester zijn mandaat wel afstaan aan iemand anders. Bv. om een beloftevolle jonge kandidaat in pole position te zetten bij de volgende verkiezingen. Toch wee een beetje particicratie, zeggen critici.
Opgelet: de kandidaat of partij met de meeste stemmen is dus niet zeker van het burgemeesterschap. Wanneer kleinere partijen samen een coalitie op de been brengen, kunenn lokale stemmenkampioenen nog steeds naast de sjerp grijpen.
Lijststemmen geneutraliseerd
De lijststem - het bolletje bovenaan elke kieslijst - zal geen invloed meer hebben op welke kandidaten een zetel binnenhalen. De kandidaten met de meeste stemmen achter hun naam, zullen worden verkozen. Hun plaats op de kieslijst zal dus niet langer van belang zijn. Wie hoog op de lijst stond en zelf weinig stemmen had gekregen, profiteerde van de overdracht van deze lijststemmen en kon zo toch verkozen geraken. De plaats op de lijst - bepaald door de partij - was voor sommige minder populaire of bekende kandidaten cruciaal voor hun kansen op een zetel.
In de toekomst geeft de stem van de kiezer dus de doorslag en niet meer de strategische keuzes van het partijbestuur. Al moet de invloed van deze maatregel niet worden overschat. De invloed van de lijststem en de lijstvolgorde was al een tijdje gereduceerd. Wel wordt verwacht dat de rangschikking van de opvolgers zal wijzigen. En dat heeft na een paar jaar – door ontslagen en vervangingen – wel een effect op de samenstelling.